Jesse Reith spreekt met Jakob van Wielink over vergeving. Van Wielink is partner bij De School voor Transitie, die is gehuisvest in de Herberg van het klooster in Huissen. Daarnaast is hij als executive coach verbonden aan IMD Business School (Zwitserland en Singapore) en staflid van het Portland Institute for Loss and Transition (VS).
Jesse: Wat is vergeving?
Jakob: Als ik vergeving moet definiëren, ga ik aarzelen. Een definitie geeft namelijk sturing, maar sluit ook dingen uit. Voor de vraag put ik onder meer uit oude bronnen: het grootste voorbeeld in mijn leven is Jezus. Als we iets willen leren over vergeving denk ik dat hij een stevige uitnodiging doet. Ik ben geen theoloog, maar de enige keer dat Jezus in de Schriften het getal van oneindigheid noemt, spreekt hij over vergeving.
Daarop kwam Petrus bij hem staan en vroeg: ‘Heer, als mijn broeder of zuster tegen mij zondigt, hoe vaak moet ik dan vergeving schenken? Tot zevenmaal toe?’ Jezus antwoordde: ‘Niet tot zevenmaal toe, zeg ik je, maar tot zeventig maal zeven.’ (Matteüs 18:21-22, NBV)
Zeven is het getal van de voleindigheid, zeventig is het getal van alle geslachten, tot over de eigen generatie heen. Zeventig maal zeven is simpelweg altijd en overal! Je moet je medemens steeds opnieuw vergeven. Dit is echter nog geen volledig antwoord op je vraag. Daarvoor kijk ik naar recentere bronnen, zoals Edith Eger en Azim Khamisa.
Eger werd op haar zestiende met haar familie naar Auschwitz gedeporteerd en overleefde als enige. Ze keert later terug naar die vreselijke plek waar haar ouders werden vergast en waar ze moest dansen voor Josef Mengele. Ze schrijft erover in haar boek ‘De keuze’. Eger wordt geconfronteerd met wat haar is aangedaan en komt in Auschwitz tot het vergeven van de daders, dat bevrijdend werkt. ‘Ik ben daar te zijn waar ik uiteengereten ben, en daar zal ik mezelf weer vinden’, zo vat ik het samen. Vergeving gaat hier om de acceptatie van wat er is gebeurd – in dit geval moord – en niet of jij het daar mee eens bent, opdat je je niet vasthoudt in het vechten voor je eigen gelijk, maar levensvreugde mogelijk maakt.
Azim Khamisa’s zoon werd vermoord, waarna hij de Tariq Khamisa Foundation oprichtte en boeken schreef over vergeving. Hij staat nu samen met de moordenaar van zijn zoon, die hij heeft vergeven, op het podium. Deze mensen laten concreet zien wat vergeving betekent. Dat is niet een christelijk thema maar overstijgt denominaties: zo is Eger joods en is Khamisa een soefie.
Door het patroon van woede en wraak te doorbreken kun je een vrij mens worden. Zo’n mens kan de volle vreugde van het leven ervaren en zich verbinden met de wereld om hem heen. Hij kan zich verbinden met schoonheid, mensen en met God – of iets dat groter is dan jij en ik. Vergeven is natuurlijk moeilijk. Ons brein is zo geprogrammeerd dat wij van nature gevaar en conflict vermijden, maar zonder conflict is er ook geen vreugde in het leven.
Vergeven is tevens een moedige daad: het gaat over het vermogen tot je diepste lagen te komen, voorbij je rationaliteit, waar jouw woede zit. In deze diepe lagen, de hel, kunnen we onze heling vinden. In de diepte van onze put vinden we ook de bron van onze roeping. Woede hoort bij het proces van vergeven, maar daarna volgt erkenning en transformatie. Je hebt daar anderen voor nodig, ik noem ze secure bases. Denk aan je echtgenoot, ouders, vrienden, collega’s, enzovoort. Zij accepteren je zoals je bent, benaderen jou met liefde en in die liefde inspireren en moedigen ze jou aan om steeds een stap verder te gaan: om het risico te nemen in de diepste hel af te dalen om aan jezelf te werken. Je kunt een hel ook fysiek opzoeken, zoals in het geval van Eger.
Jesse: Ik denk aan een uitspraak van Jezus. ‘Heb uw naaste lief als uzelf’ (Matteüs 22:39, NBV). Dat is voor mij wat anders dan blinde liefde en knuffelen. Als je goed voor jezelf zorgt, ga je juist de conflicten in je leven aan. Dat moet je anderen ook gunnen.
Jakob: Dat klopt! Mooi dat die woorden uit de mond van een jongeman van 25 komen. Je behoort tot een generatie die worstelt met vraagstukken over falen. Alles dat daarmee te maken heeft, hebben we naar de buitenkant van de maatschappij geduwd. Faal je? Dan moet je naar de huisarts of de psycholoog, terwijl het intermenselijk is. Je kunt het niet wegknuffelen. Liefde is daarom ook tough love: een geliefde wijzen op bijvoorbeeld cynisme of verzuring.
Vergeven gaat altijd gepaard met emotie, wat letterlijk beweging betekent. We zijn veelal bang voor emoties, maar zij zetten ons in beweging en nodigen ons uit om nieuwsgierig te zijn. De mens lijdt niet onder de emoties die hij heeft maar van het gevecht daartegen. Dat is een gezwel dat ons letterlijk doodt. Mannen leven gemiddeld vijf tot acht jaar korter dan vrouwen en de belangrijkste oorzaak is het feit dat mannen minder toelaten te voelen. Ze vluchten in een hobby, alcohol of porno. Ze verdoven meer dan vrouwen.
Jesse: Is het voor mannen moeilijker om te vergeven?
Jakob: Zeker, omdat wij substantieel lijden onder stereotyperingen die niets met mannelijkheid te maken hebben. Wie plegen de meeste suïcides? Mannen. Wie ontkennen hun depressie het meest? Mannen, omdat de diepere lagen van de pijn, rouw en angst niet meer worden aangeraakt. We sluiten ons op, terwijl we heling (vergeving) in deling vinden. Man zijn betekent kwetsbaar durven en kunnen zijn. We komen tot de volle vreugde van ons leven als we elkaar, zoals in een herberg, uitdagen om te delen.
Jesse: Dat is een mooie Dominicaanse gedachte. Ik citeer uit psalm 69. De tekst raakt me omdat het de hel van onmacht en woede omschrijft. Toch eindigt het hoopvol.
Red mij, God,
het water staat aan mijn lippen,
ik zink weg in bodemloos slijk
en vind geen grond voor mijn voeten,
ik ben in diep water geraakt,
de stroom sleurt mij mee. (Psalm 69: 2-3, NBV)
Jakob: Indrukwekkend. Ik geef graag een voorbeeld van vergeving uit mijn werk bij De School voor Transitie. In mijn trainingen werk ik met leiders over de hele wereld. Dat zijn ook vaders en moeders, als hoofden van een gezin. Leiderschap is het vermogen om anderen te beïnvloeden en inspireren tot daden van goedheid. Een leider moet datgene in zichzelf kunnen opruimen wat hem in de weg staat om te inspireren.
Een van de vaders die ik nu train heeft zijn vrouw verloren. Zij stapte uit het leven en hij bleef achter met vijf kinderen. Hij was ten einde raad en overdonderd toen hij bij mij kwam. Langzaam kwam hij tot zijn lagen van woede naar haar én zichzelf. ‘Hoe heeft ze dit kunnen doen?’, vroeg hij. ‘Betekende ik dan zo weinig voor jou?’ ‘En waarom heb ik jouw signalen niet opgemerkt?’
In een diepgaande sessie met mij nam de man afscheid van zijn vrouw. Hij nam plaats op de stoel van zijn vrouw. Op die stoel zei hij: ‘Ik ben niet gegaan omdat ik niet van jou hield. Ik ben gegaan omdat ik niet meer kon. Nu zie ik de schade die ik heb aangericht. Ik vraag je om vergeving.’ We draaiden terug naar de andere stoel. De man zei: ‘Ik hoor het je vragen en ik wil een eerste stapje zetten, maar ik kan je nog niet vergeven. Ik ben bereid om het proces aan te gaan.’ Daarna vroeg hij haar vergeving. Op de stoel van zijn vrouw zei hij namens haar: ‘Vanzelfsprekend vergeef ik het je, want ik liet mijzelf ook niet zien.’
Een half jaar later vertelt de man dat deze perspectiefwisselingen hem hebben teruggebracht tot de vreugde van zijn leven. ‘Ik mis mijn vrouw, ja, maar ik ben weer een inspirerend leider en vader voor mijn kinderen.’ Dat is fantastisch. Dat is de heling die wij mogelijk maken door vergeving. Daarom ‘moeten’ wij vergeven.
Jesse Reith, journalist bij dagblad de Gelderlander. Bezoekt sinds 2017 met regelmaat het Dominicanenklooster voor retraites, ontmoetingen en evenementen.
Jakob van Wielink is partner in De School voor Transitie, executive coach, trainer en opleider. De School voor Transitie begeleidt organisaties, hun leiders en medewerkers in het worden van een secure base: een plek waar het plezierig is om te werken en te leren en waar je wordt uitgedaagd het beste in jezelf en anderen naar boven te halen. Meer over de School voor Transitie vindt u hier
Foto: Betty van Engelen