bezinning, bezieling, beweging

Vierde advent: Komen dromen uit?

Trouw schreef vorige week over de verkoophausse aan zelfhulpboeken voor onder de kerstboom. Vijf van de twintig bestverkochte boeken was vorig jaar een zelfhulpboek. Liefst onder het kopje psychologie (want dat verkoopt beter) verpakken  auteurs filosofische en spirituele wijsheden in hapklare to-do-lijstjes met flitsende titels. Neem het populaire Handboek manifesteren van Gill Thackray: ‘De kracht zit in je, verwelkom de wet van de aantrekking in je leven en manifesteer je doelen’.

Ik kreeg het benauwd van al die oproepen aan onszelf te werken en dacht aan het liedje Opzij van Herman van Veen: “We moeten rennen, springen, vliegen, duiken, vallenopstaan en weer doorgaan.”

Natuurlijk is het prachtig dat we onszelf en onze relaties willen verbeteren en vervolmaken, hoe we onze patronen en beperkingen onder de loep willen nemen. We reflecteren ons een ongeluk, maar wat doen we onszelf daarmee soms aan? Die tegenbeweging is er zelfs ook al in boekvorm zoals Het zelfverwoestingsboek van Marian Donner en Nooit meer een zelfhulpboek van Dominique Haijtema.

Hoe plaatsen we die zelfhulptrend in deze serie rond advent, waarin we onze droom achterna gaan? We begonnen met te durven dromen. Tijdens de tweede advent baalden we dat het ons vaak niet lukt en onderzochten we onze behoefte daarachter. Vorige week keken we naar de helpers bij onze droom. Deze laatste advent realiseren we ons dat ons voortdurende streven naar beter en meer ook een keerzijde heeft.

Hoe zou het zijn de omgekeerde beweging te onderzoeken, niet streven en geven, maar ontvangen, zien wat er komt, meegaan in de stroom, vertrouwen dat het wel komt? De taoïsten hebben daarvoor de term Wu wei, niet doen. Niet te verwarren met fatalistisch niets doen, een betere vertaling is volgens Solala Towler daarom ‘niets doen dat tegen de stroom ingaat’, ‘gevoeliger worden voor je innerlijke ritmes’ en op grond daarvan handelen.

Ik ben herstellende van een ziekte met behandeling. De dag voor het Trouw-artikel zat ik weer eens uitgeput bij de fysiotherapeut, moe van het werken aan mijn herstel, het geven aan anderen, aan alles wat nu eenmaal moet in het leven zoals een nieuw energiecontract. Mijn fysio keek me aan en stelde één vraag: Wanneer ontvang jíj eigenlijk? Daar moest ik naar mijn zin iets te lang over nadenken. Wat is werkelijk goed voor mij? Kun je ook té hard werken aan je droom?

Ik heb op haar aanraden een masseur geboekt en ging ’s avonds in een warm bad. Schermen uit. Vroeg naar bed. En dacht: ik laat het eens op zijn beloop, misschien ontstaat er vanuit die stilte, die rust vanzelf wel wat, zoals een kastanje ontkiemt tot een reusachtige boom terwijl hij schijnbaar niets doet. Die voelt zich daar ook niet schuldig of egoïstisch bij. Spannend, ik droom nog steeds van een goed herstel, maar laat de grip en het harde werken los. Misschien herstel ik dan juist.

Advent gaat over een zwangere vrouw die wacht op haar kind dat als vanzelf in haar groeit. Zou dat symbool kunnen staan voor hoe we om kunnen gaan met ons verlangen, uitzien naar dat wat zich al aan het ontwikkelen is in jou? Je hoeft er niets voor te doen. Het groeit al in jou.

Kerst zou dit jaar misschien kunnen gaan over ontvangen en vertrouwen dat het komt. Af en toe pas op de plaats en de natuur zijn werk laten doen. Onderstaande oefening helpt daarbij.

Fijne kerst.

Oefening – Vieren wat er al is

Neem minimaal tien minuten de tijd, langer mag ook. Pak pen en papier en ga zitten op een rustige plek waar je niet gestoord kunt worden. Keer een moment naar binnen, steek misschien een kaarsje aan en lees deze vragen.

  1. In deze oefening richten we ons eens niet wat er nog niet is bereikt in onze droom, maar op wat er al wel is. Waarin heb je afgelopen week iets ervaren van waar je van droomt? Kun je je een moment herinneren? Stel dat je droomt van meer vrijheid, liefde of zachtheid, wat was een moment dat je daar iets van ervoer? Schrijf op wat er gebeurde. Wat maakte dat je vrijheid, liefde en zachtheid ervoer? Hoe merkte je dat je toch al best een ontwikkeling hebt doorgemaakt? Hoe kwam dit moment tot je? Overkwam het je of heb je er hard voor gewerkt?
  2. Sluit je ogen, leun achterover en laat dit moment diep tot je doordringen. Geniet van dat wat je hebt ervaren in dat moment. Er is al zoveel, je bent al volop bezig met je droom. Niet daar pas, ver in de toekomst, maar hier.
  3. Bedenk een symbool dat je helpt te herinneren wat er al is. Schrijf jezelf eventueel een vrolijk kaartje, schrijf het op een kerstbal dat je in de kerstboom hangt. Bedenk iets dat je bij het zien daarvan doet glimlachen.
  4. Experimenteer deze week eens met moeiteloosheid. Kijk wat er gebeurt of ontstaat wanneer je niet met volle energie en wilskracht aan je droom werkt. Een wandeling door de natuur, zien wat er moeiteloos groeit en is, kan je hierbij inspireren.

Blijf trouw aan wie je bent en wat je de wereld te geven hebt
Dicht bij mezelf blijven lukt mij ook niet altijd. Dan vind ik mijn verlangen naar zachtheid kinderlijk en naïef. Ik kan mezelf de hoek in trappen, terwijl ik weet: het zijn hele vreugdevolle momenten als ik bij die zachtheid kom. Daar word ik poreus van, ik ga ervan open. Die vreugde vind ik nergens, zelfs niet toen ik docent van het jaar werd. Natuurlijk was ik blij, maar het raakte niet mijn wezen. Als je mij enkel als docent of oudere ziet, maakt dat mij kleiner en ga ik knokken. Ondanks dat ik zo houd van zachtheid zit daar nog steeds strijd. Wel minder dan vroeger, toen was ik een opgewonden standje. Dat beeld van die serene dramadocent moet ik een leven lang heroveren bij mezelf.

In de maatschappij zie ik dat mensen zoeken naar zulke echte voorbeelden. Iedereen wil in de grond van zijn of haar hart gezien wil worden, maar of we als maatschappij hier naar durven te handelen? Dat weet ik niet. We gaan liever achter ‘valse goden’ aan, opgedirkte beelden die we zien op social media en aannemen als waarheid. Tegelijk merk ik hoe fijn we het vinden als iemand durft te zeggen: stap niet in die aangeboden mallen in de maatschappij. Besef dat er iets in jou zit wat een ander niet heeft. Blijf trouw aan wie je bent en wat je de wereld te geven hebt.

Liesbeth Woertman (69) is hoogleraar psychologie, gepromoveerd op het onderwerp lichaamsbeeld. In Dominicanenklooster Huissen komt ze om zelf te leren maar ze geeft zelf ook meerdaagses.


Er is wat mij betreft geen eindresultaat in de zoektocht naar meer innerlijkheid
Ik merk de afgelopen jaren dat de drang naar innerlijkheid weer toeneemt in de samenleving, ook door corona. Toen ervoeren we dat we niet echt controle hebben in ons leven. Er is meer openheid, minder dat maakbaarheidsbeeld. Formele kennis en technologie brengt ons veel moois, maar alleen daarmee redden we het niet. We ontdekten dat er ook een andere benadering nodig is: die vanuit intuitie.

Ik hoop dat dit besef blijft groeien. En anders zal ik nog iets luider roepen. Dat is ook de drijvende kracht achter het schrijven van mijn proefschrift. Er liggen uitdagingen: veel mensen voelen zich onveilig. De sterke nadruk op het maakbaarheidsdenken helpt niet. Ik vind het belangrijk een ander geluid te laten horen. Op z’n minst door mijn proefschrift te vertalen naar gewonemensentaal, anders hebben maar heel weinig mensen er wat aan. Er is wat mij betreft geen eindresultaat in de zoektocht naar meer innerlijkheid. Mijn droom hiervan ontwikkelt zich met het leven mee. Ik zie het niet als een stijgende lijn maar een weg van vallen en opstaan.

Welmoed Vlieger (47) is filosoof, spreker en publicist’. In Dominicanenklooster Huissen geeft ze retraites rond de betekenis van filosofische denkers in onze tijd.


Foto: Sandra Haverman ©

We moeten met z’n allen wel op zoek naar andere bronnen, naar andere verhalen
Ik ben de vijftig voorbij en merk dat sommige dingen er niet meer toe doen. Toen ik dertig was, belde ik mijn vriend als ik een klus binnensleepte met een hoge omzet. Daar spreken we al jaren niet meer over, we bellen nu over waar we ons leven aan willen besteden. Mijn aandacht gaat naar een ander gevoel. Je zou het zingeving kunnen noemen, maar dat woord staat mij tegen. Het leven zin geven vind ik een te grote taak voor een individu. We krijgen zin en daarbij hebben we elkaar en de traditie nodig.

Mijn droom is als een jas die me vertrouwd is, maar soms ben ik hem kwijt. Dan word ik opgeslokt door zorgen of somberheid. Ik belandde in de helft van mijn leven waar het echt om gaat na mijn burn-out in mijn veertiger jaren. Bij zo’n moment in je leven moet er wel iets veranderen: je lijf laat het letterlijk zien. Mensen lopen steeds eerder tegen een grens aan, burn-outs zijn onder jongeren eerder regel dan uitzondering. Dat is ongezond maar ook hoopvol: zo merken we steeds eerder dat onze manier van leven niet duurzaam is. We moeten met z’n allen wel op zoek naar andere bronnen, naar andere verhalen.

Arjan Broers(54) is journalist, pastor van de Dominicuskerk Amsterdam, programmamaker, beheerder van dominicanen.nl en coach. Hij is op verschillende manieren betrokken bij Dominicanenklooster Huissen.


De interviews met Liesbeth Woertman, Welmoed Vlieger en Arjan Broers werden opgetekend door Hanneke van Olst (Plan-ty media).

De overdenking en de opdracht werden geschreven door Pauline Weseman, Journalist, (schrijf)docent en religiewetenschapper Pauline Weseman (1972) geeft in het klooster onder meer de schrijfretraite De zoektocht van mijn ziel.

De illustratie is gemaakt door Nina Minnaar (ninamaakt.nl)