Verwondering. Dat is vaak het woord dat je hoort bij het kerstverhaal. Engelen die oproepen tot verwondering. Herders die zich dan inderdaad verwonderen. Dieren in de stal, voorbijgangers, zelfs verre reizigers ergens uit het oosten, allemaal vol verwondering.
Het verhaal van de geboorte is ook een verhaal van verwondering natuurlijk. Ik weet zelf nog hoe ik naast het bed stond van mijn vrouw bij de geboorte van mijn kinderen en dacht: ‘Wow …’ , nou ja, enz.
Maar het verhaal van verwondering is natuurlijk meer dan alleen de geboorte van Jezus. Het is verwondering van de aanraking van boven naar beneden. De verwondering dat boven iets gezien heeft in dat beneden. Dat er een verbinding is, toch, tussen boven en beneden. Dat we ons dus eigenlijk verwonderen, ook in het kerstverhaal, over onszelf, omdat we ook wel weten dat er een boven en beneden is. Of eigenlijk dat alles samenkomt. Samenkomt in dat ene verhaal, in die ene mens, in die ene verwondering.
Ik kreeg onlangs een mail van het Humanistisch Verbond dat een boekje gaat uitgeven, Klein Boekje Vol Humanisme. De vraag was of zij daarin een gedicht van mij mogen opnemen. Ik las het gedicht weer eens, dat ‘Alledaags’ heeft, want ik was het alweer vergeten. En ik begreep daarna wel waarom juist dit gedicht gekozen was.
Alledaags
Hoe groot je ook bent
voor de buitenwereld,
of hoe jij jezelf voordoet,
het zijn de kleine zielsmomenten
die maken wie je bent.
Een blik in de spiegel
als je opkijkt.
Een lichte aanraking
van iemands vingertoppen.
Een knik van de ander
in de gang of aan een tafel.
Een vogel in de lucht,
de warme zon in je rug,
het lezen van dit gedicht.
Ja, het zijn die doodgewone
altijd weer opduikende
door iedereen genoemde
alledaagse momenten.
Daarom zijn ze zo bijzonder,
want zij herinneren ons aan
wie wij in werkelijkheid zijn.
De verwondering van dat boven met beneden is namelijk niet alleen dat ene verhaal in de koude nacht ver weg. Dat verhaal van engelen, herders en andere omstanders. Of zelfs maar dat verhaal van die ene mens die geboren werd.
Het verhaal van verwondering gaat namelijk over dat alledaagse. Waarin we onszelf zien, de ander zien, en daarin ontdekken dat boven ook beneden is. Dat het wonderlijke in ons huist. In de kleine aanraking, met het zien van een vogel, een blik in de spiegel.
Ik las ergens over het begrip ‘la petite bonté’ dat de filosoof Emmanuel Levinas gebruikte, de kleine goedheid. Het kleine gebaar, even een glimlach naar iemand, misschien een kort telefoontje, een teken van leven. Laten weten dat je er bent voor iemand. Is dat niet het boven dat zich dan laat zien aan het beneden? Het boven ook in het uitreiken naar de ander. En naar onszelf.
Moment voor je eigen verwondering
Neem eens de tijd – zoek een plek – en leg een stuk papier voor je. Middenin schrijf je het woord ‘verwondering’. Kijk er eens naar, sluit dan je ogen. Laat je gedachten gaan naar de momenten van de afgelopen tijd waarin je je verwonderen kon. Gebeurtenissen, mensen die je ontmoette, de gewone dagelijkse dingen soms.
Open je ogen en schrijf rondom dat woord ‘verwondering’ die momenten op. Kijk er nog eens naar. Dat is jouw verwondering. Steek dan de kaars van de Eerste Advent aan, en neem die momenten van verwondering daarin mee.
Ron van Es, hoofdredacteur van Optimist Magazine Online en Betekenis Boeken Club. Tevens oprichter van School for Purpose Leadership. Oud-televisie & theatermaker, dichter, schrijver.
In de gangen van het Dominicanenklooster zijn verschillende gedichten van Ron van Es te lezen.