Op 17 juli 2014 stortte Malaysia Airlines vlucht 17, beter bekend als MH17, neer in het oosten van Oekraïne, vlakbij de Russische grens. Alle 298 passagiers, waarvan 15 bemanningsleden, kwamen om. In het gebied waar het vliegtuig neerkwam was op dat moment een gewapend conflict gaande tussen separatistische rebellen en het Oekraïense leger. Al snel na de crash werd duidelijk dat het hier niet om een ‘gewoon’ ongeluk ging, maar dat het vliegtuig was neergeschoten door een Buk-raket vanuit gebied dat op dat moment in handen was van de separatisten. Dat het vliegtuig in oorlogsgebied belandde betekende dat het voor de hulpdiensten heel moeilijk werd om de lichamen te zoeken en te bergen.
Na de ramp probeerden mensen in Nederland zo goed mogelijk vorm te geven aan hun verdriet en medeleven met de nabestaanden. Het medeleven had mooie kanten: het ging op een rustige, respectvolle manier en bracht mensen samen. Maar de reactie op de ramp had ook stekelige kanten. Al snel ontstond er in de media een beeld van ‘wij’ in Nederland, die op een goede manier met lichamen om konden gaan, tegenover een ‘zij’ in Oekraïne die dat op een barbaarse en respectloze manier deden. Dit beeld bleek later niet te kloppen, maar als beeldvorming zich eenmaal genesteld heeft is het lastig die weer te nuanceren.
De vraag die ik hier zou willen stellen is: kan christelijke theologie een zinnige bijdrage leveren aan het nadenken over publieke rouw na zoiets vreselijks als de ramp met de MH17?
MH17 en het lichaam
Een goed uitgangspunt voor een antwoord op deze vragen vind ik bij theoloog Mario Aguilar, die veel schrijft over de genocide in Rwanda.[1] Aguilar zag dat in Rwanda de stoffelijke resten van mensen die bij de genocide zijn omgekomen vaak niet begraven worden, maar juist tentoongesteld, als een blijvende herinnering aan wat er gebeurd is. Dit gegeven vormt voor hem het uitgangspunt voor wat hij de ‘hermeneutiek van beenderen’ noemt. Kort gezegd bedoelt hij hiermee dat hij wil luisteren naar de verhalen die beenderen vertellen en dat hij wil proberen om deze verhalen te verbinden aan verhalen uit de christelijke traditie. Het werk van Aguilar heeft me uitgenodigd om te gaan kijken naar Bijbelse verhalen over beenderen en te zien wat deze verhalen te zeggen hebben voor de gebeurtenissen rond MH17.
De wake van Rispa
Eén verhaal springt er dan in het bijzonder uit: dat van Rispa, dat verteld wordt in hoofdstuk 21 van het boek 2 Samuël. Het is het verhaal van David, die aan het begin van zijn regeringsperiode te maken krijgt met een hongersnood in het land. De oorzaak: zijn voorganger, koning Saul, heeft een pact gebroken met het volk van de Gibeonieten. Tegen de afspraken in heeft Saul geprobeerd hen om te brengen. Als ‘tegenprestatie’ geeft David de Gibeonieten zeven mannen, allen familie van Saul, om terecht te stellen -het waren ook toen harde en wrede tijden. Onder de mannen bevinden zich twee zonen van Rispa. De mannen worden na hun executie niet begraven, maar als schrikbeeld tentoongesteld. Rispa legt zich daar niet bij neer. In vers 10 staat:
Rispa, de bijvrouw van Saul, spreidde een kleed op de rotsen en bleef daar van het begin van de oogsttijd totdat de eerste herfstregens vielen om overdag de aasvogels van de lijken te verjagen en ’s nachts de wilde dieren.
Rispa houdt dus een lange wake -volgens sommige uitleggers wel zes maanden. Als David daarvan hoort grijpt hij in en zorgt hij ervoor dat de zeven mannen een behoorlijke begrafenis krijgen. Dan komt er ook een einde aan de hongersnood.
Wat het verhaal van Rispa laat zien is dat een enkele daad, die misschien maar heel klein lijkt, voor een ommekeer kan zorgen. Door haar uithoudingsvermogen en respectvolle omgang met de lichamen van haar zoons laat Rispa zien dat rouw ook een vorm van verzet en een roep om gerechtigheid kan zijn. Haar daad lijkt op wat veel nabestaanden denk ik graag voor hun familieleden en vrienden hadden willen doen, maar op dat moment niet konden: naar Oekraïne reizen, te voet als het moest, om daar in de velden van Hrabove te zitten en te waken over de lichamen van hun familieleden en vrienden. Anders dan de berichtgeving ons wil doen geloven waren er gelukkig wel degelijk ‘Rispa’s’ aanwezig. In een interview vertelt Geert Luyten, die aan het hoofd stond van een van de teams die de repatriëring van de verzorgden, dat zijn teamleden alleen maar hun werk konden doen omdat zij daarbij geholpen werden door Oekraïense professionals en vrijwilligers. Een groep lokale vrouwen kookte elke dag voor hen. En, heel belangrijk, een Oekraïens team van tweehonderd professionals en achthonderd vrijwilligers had nog voor de aankomst van de Nederlanders al op systematische wijze een groot gebied doorzocht om lichamen te lokaliseren, markeren en te bergen.[2]
Botten laten spreken
Het Europa van nu heeft veel raakvlakken met het politieke klimaat in Israël in de tijd van Saul en David. Er is eens strijd om macht gaande die uitwerkt op lichamen. Die van de slachtoffers van MH17 en van de Oekraïense bevolking die te lijden had en heeft onder het conflict. Maar ook de lichamen van de vele vluchtelingen die omkomen bij hun poging om Europa te bereiken. In zo’n context kan publieke rouw niet echt neutraal meer zijn, maar het kan wel een vorm van verzet zijn. Dan moeten we wel ‘tot op het bot’ gaan. Botten hebben een eigen verhaal te vertellen, een verhaal van verdriet maar ook van verandering, dat verteld kan worden als de levenden willen luisteren.
Dit artikel is een verkorte versie van de lezing van Mariecke van den Berg tijdens de Bijspijkerdagen 2019. Mariecke van den Berg werkt als postdoctoraal onderzoeker aan de Universiteit Utrecht bij het Departement Filosofie en Religiewetenschap.
Deze bijdrage is een bewerking van het artikel ‘Bones Talking Back: Theology and Public Mourning After the Crash of Flight MH17’, te verschijnen in het Journal of the European Society of Women in Theological Research.
[1] Mario Aguilar (2009), Theology, Liberation and Genocide: A Theology of the Periphery, Londen: SCM Press.
[2] Romana Abels, “Mythen rond de MH17,” in: Trouw, 9 September 2014
Foto: Betty van Engelen
frans koebergen
9 oktober 2019 at 14:03
indrukwekend, tegelijk mooi en bijzonder om te lezen, dank.