Ongeveer vijftien jaar geleden werd me de vraag gesteld of ik de begeleiding op me wilde nemen van een serie bijeenkomsten van managers uit allerlei disciplines die op zoek waren naar een nieuw soort leiderschap. Ik stond wat verwonderd over die vraag omdat ik wat betreft leiding geven geen andere ervaring had dan die van prior te zijn van onze kloostergemeenschap. In de Orde van de Dominicanen is er vanouds een heel democratische opvatting over in de leiding gesteld zijn, wat met name heel erg helder naar voren komt als het gaat over het kiezen van een prior: daarbij zijn de stemmingen gebaseerd op het beginsel van de meerderheid van het aantal stemgerechtigden, de mening van de overste van de ordes provincie en niet op de laatste plaats de instemming van de gekozene die het laatste woord heeft.
Dat was mijn bagage als het ging over leiding geven en vervolgens kwam daarbij mijn ervaring in het vormingswerk, waarin ik geleerd heb om in een groep een ‘belangstellende gesprekspartner’ te zijn bij wie vooral het luisteren naar anderen de voornaamste houding moet zijn. Daarbij is een zekere nieuwsgierigheid naar de opvatting van mensen een uitstekend uitgangspunt om leiding te geven aan bijeenkomsten.
Nieuw leiderschap
De mensen met wie ik dit avontuur aanging, zochten naar een vernieuwing van hun leiderschap en dat zou je kunnen omschrijven met een houding die verschilde met wat gebruikelijk was in het leidinggeven. Tot dan toe was dat voor hen geweest: het bepalen van de doelstelling waar je heen wilde in een organisatie of bedrijf, en vervolgens het uitzetten van de route die daartoe het meest doeltreffend zou zijn. Je kunt zeggen dat de zaak in het midden lag en de mensen die het moesten uitvoeren daar ondergeschikt aan waren.
Onder invloed van mensen die hun gedachten daarover hadden laten gaan kwam men tot de bevinding dat de rol van de personen wel erg ondergeschikt was. Zo ontstond er een beweging naar nieuw leiderschap waarbij niet louter en alleen werd uitgegaan van de zaak maar ook de rol en inbreng van de leidinggevenden en uitvoerenden nader werd bekeken.
Een leidinggevende is iemand die het leven dient en mensen bezielt
Er kwam een verschuiving van de ‘zaak’ naar de persoon van de leidinggevende, hetgeen leidde tot het verschijnen van boeken waarin dit werd beschreven. Veel boeken en seminars over management leggen het accent op nog meer efficiency en het succes va de organisatie. Ze gaan echter voorbij aan de mens achter de leidinggevende. Anselm Grün gaat uit van een ander model: de 1500 jaar oude regel van Benedictus die eigenlijk heel actueel is en een antwoord geeft op essentiële vragen van onze tijd. Volgens Benedictus is een leidinggevende iemand die het leven dient en mensen bezielt. Zelfkennis, mensenkennis, creativiteit en fantasie zijn hierbij voorwaarden. Anselm Grün schreef hierover een boek Bezielend leidinggeven en dit werd onze leidraad voor de bijeenkomsten.
Van toekomst terug naar het nu
Deze omslag in het denken over leidinggeven betekent voor mij nog meer. Ik zie er een kritiek in op het toekomstgerichte denken dat zo lang beheerst is door de idee van een maakbare wereld, een soort optimisme dat ervan uitgaat dat wij in staat zijn toekomst te ‘maken’. Het is een mensbeeld waarin eigenlijk niets onmogelijk is, vertrouwend op een liberale economie en marktdenken. Natuurlijk is dit vooral weggelegd voor mensen die de ‘zegeningen’ van de markteconomie ten deel zijn gevallen, maar er wordt dan gezwegen over mensen aan de onderkant van de samenleving die niet meetellen.
In tijden van een pandemie zoals wij die meemaken blijkt echter dat het cultuuroptimisme ook zijn zwakke kant heeft en niet het laatste woord heeft in onze maatschappij. Door het oprukken van de coronabesmettingen worden wij ons weer bewust van de kwetsbaarheid van ons leven. Wij worden teruggebracht tot de vraag hoe wij kunnen overleven en dat maakt een einde aan een al te roekeloos optimisme. Wij worden weer geconfronteerd met het hier en nu en moeten ons afvragen hoe wij dan leven en wat de kwaliteit ervan is. Er kan hierdoor een nieuwe solidariteit ontstaan met de vele mensen die gedrukt gaan onder dictatoriale regimes of in oorlogssituaties moeten zien te overleven.
Wat naar ons toekomt…
Dit brengt ons bij een belangrijke vraag: is het wel zo onomstotelijk waar dat wij de toekomst kunnen maken en is het niet eerder zo dat de houding die wij in het hier en nu hebben het enige uitgangspunt is om na te denken over de dag van morgen? Zoals leidinggevenden in een nieuw besef gaan kijken naar zichzelf en de kwaliteit van hun leven en dat van hen die zij leiding geven, zo moeten wij met elkaar naar de toekomst kijken. Het is wellicht eerlijker om te kijken naar onze levensbagage, onze verhouding met mensen, onze verwachtingen van leven als wij verder kijken dan de dag van morgen.
Het kan helpen om dat woord eens heel letterlijk te nemen: toekomst is datgene wat naar ons toe komt, wat ons ten deel valt en niet wat wij er allemaal van denken te maken. Wij zijn het zelf die de dag van morgen voor elkaar mogelijk kunnen maken door te doen wat er hier en nu op ons af komt.
Pas door te doen wat ons vandaag en hier en nu te doen staat zal zich voor ons een weg naar morgen openen. Ik moet hierbij denken aan wat wij Jezus horen zeggen in het evangelie volgens Matteüs:
‘Daarom zeg Ik jullie: maak je niet bezorgd over wat je zult eten of drinken om in leven te blijven, en ook niet over de kleding voor je lichaam. Is het leven niet meer dan het eten, en het lichaam niet meer dan de kleding? Kijk naar de vogels van de hemel: ze zaaien niet en maaien niet en oogsten niet, je hemelse Vader voedt ze. Zijn jullie niet meer waard dan vogels? Wie van jullie kan met al zijn zorgen een el toevoegen aan zijn leven?
En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen. Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag staat en morgen in de oven wordt gegooid, zo kleedt, hoeveel te meer kleedt Hij dan jullie, kleingelovigen? Vraag je dus niet bezorgd af: Wat zullen we eten? Wat zullen we drinken? Wat zullen we aantrekken? Want naar dat alles zijn de heidenen op zoek. Jullie hemelse Vader weet wel dat je dat allemaal nodig hebt. Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, dan krijg je dat alles erbij. Maak je dus niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal zich wel bezorgd maken over zichzelf. Iedere dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad. (5, 25-33)
Toekomst is datgene wat naar ons toe komt, wat ons ten deel valt en niet wat wij er allemaal van denken te maken
Dit alles is geen romantiek die de ernst van het leven niet serieus neemt, maar de echte levenswijsheid die ons terugbrengt tot ons eigen formaat, tot een leven in het hier en nu en tot het wezenlijke besef dat toekomst niet iets is wat wij maken, maar dat ons geschonken wordt. In tegenstelling tot wat de apostel Paulus schrijft, zeg ik liever: ‘het is zaliger te ontvangen dan te geven’.
Henk Jongerius Dominicaan, schrijver en retraiteleider. Op de blogsite van het Dominicanenklooster Huissen kunt u verschillende online retraites terugkijken, waaronder die van Henk Jongerius. Naar de blogsite