Het goede leven heeft niet veel te maken met een dikke portemonnee en een beeldschoon uiterlijk, ook al denken we vaak van wel. Het goede leven gaat meer over het goede doen en tevreden zijn met wat er is.
En wat is dan het goede doen als we het over ons lijf hebben? Heel goed voor dat lijf zorgen en er veel van houden, lijkt me een prima basis. Als baby zijn we ons lichaam. We krijgen een naam waar we ons hele leven naar luisteren. Je lichaam en je naam dat ben jij.
Je lichaam en je naam dat ben jij
Het lichaam ervaart strelingen en kou en pijn en warmte en ongemak en plezier. Dat ben jij. Het lichaam hoort klanken, woorden, verhalen en gaat dat geloven en ‘dat wordt jij’. Al die aangeboden beelden en antwoorden vormen jou. Daarom is diversiteit zo belangrijk. Hoe meer verschillende verhalen en beelden er bestaan over het goede en het schone des te makkelijker kunnen we ons daarmee identificeren.
Als er tegen ons wordt gezegd dat we mooi zijn, voelen we ons mooi als kind. Des te meer vormen van schoonheid aangeboden worden hoe eenvoudiger we kunnen zien dat schoonheid geen vaste waarde, geen vaste vorm heeft en daardoor weten we dat ieder beeld een zelf gecreëerd schijnbeeld is. Als er slechts een lichaam wordt tentoongesteld wat mooi is, dan is de kans dat we in die aangeboden mal passen veel kleiner. Als we nooit gevoeld hebben dat we mooi zijn in de ogen van anderen is het heel lastig om een positief lichaamsbeeld te ontwikkelen. Lees mijn eerste hoofdstuk in mijn boek uit 2013, Psychologie van het Uiterlijk, er nog maar eens op na. Daar schets ik die ontwikkeling wat dieper. Maar onthoudt: we zijn altijd meer dan ons zelfbeeld.
Al die spiegelingen vanuit onze omgeving bepalen het zelfvertrouwen en het zelfbeeld van kinderen.
Als we onze kinderen vertellen dat ze uit sterrenstof zijn gemaakt, geeft hen dat de mogelijkheid om zich deel te voelen van een groter geheel en zich verbonden te weten.
Als we onze kinderen vertellen dat we van hen houden ‘om niet’ en blij zijn dat zij er zijn in hun eigenheid, dan geven we hen een groot geschenk. Want wie als baby, peuter en kleuter positieve reacties ontvangt van ouders, grootouders, juffen van het kinderdagverblijf en andere volwassen die hen omringen, maken deze kinderen een veel betere ontwikkeling door in vergelijking met andere kinderen en een gezondere basis voor een goed leven. We komen dus via een Ander tot ons zelfbeeld. Ik noemde concrete, levende andere mensen om ons heen die ons zien.
Maar we leven nu ook in een digitale en commerciële wereld die eveneens als Anderen functioneren en ons vooral beelden maar ook woorden voorhouden, zonder dat we ons daarvan bewust zijn. En doordat de beelden onbewust binnenkomen, is hun invloed misschien wel groter dan de invloed van de concrete andere mensen.
Paul Verhaeghe schrijft in zijn prachtige boek Intimiteit op pagina 45 het volgende: ‘Als een concrete ander ons openlijk een ideaal voorhoudt, kunnen we er tenminste over nadenken en een keuze maken. Als de Ander ons blootstelt aan beelden en woorden zonder dat we die bewust waarnemen, zijn de effecten veel ingrijpender en is onze keuzevrijheid veel beperkter. De effecten ervan zijn altijd vervreemdend, vaak ook ziekmakend. Vervreemdend wanneer het ons voorgehouden beeld ingaat tegen de realiteit van ons lichaam.’
In mijn nieuwe boek Je bent al mooi dat in april 2019 verschijnt bij uitgeverij Ten Have laat ik zien dat ons idee van autonomie doorgeslagen is. Wij zijn iemand op onszelf maar altijd in relatie tot een Ander. We zijn als mensen intern wezenlijk verdeeld in denken en voelen, bewust en onbewust, tussen ik en de ander in mij.
Aanvankelijk zijn we ons lichaam als jong kind en vanaf de puberteit hebben we een lichaam. Hebben duidt op bezit en in dit geval op het Ik als eigenaar. Als we de ideologie van maakbaarheid en autonomie aanhangen dan proberen we onszelf als perfect product neer te zetten. Veel vrouwen doen hun uiterste best om zo perfect mogelijk te beantwoorden aan het beeld waarvan zij denken dat mannen dat graag zien. En steeds meer mannen doen aan fitness en bodybuilding om dezelfde reden.
Het lichaam vormen naar een beeld in je hoofd leidt per definitie naar vervreemding van ons lijf. Je lijf voelen en ervaren, geeft veel betere informatie hoe het nu met je gaat. Het lichaam is altijd in het nu. Maar veel mensen hebben een beeld van perfectie in hun hoofd. Hoe ik er nu uitzie en hoe ik eruit zou willen zien vanuit het ideaalbeeld is groot. We zijn dus niet zorgzaam en liefdevol voor ons lichaam maar dwingen het via sport en diëten in een keurslijf.
Alle tijd en energie gaat zitten in het perfectioneren van de buitenkant en het effect is dat we steeds minder voelen hoe het met ons gaat. We raken steeds minder afgestemd op onze binnenwereld en raken daardoor steeds meer vervreemd van ons lijf. De paradox is dat we denken dat we vrij zijn en dit zelf willen. Maar de invloed van onbewuste beelden is juist heel groot. Als de resonantie met het eigen lichaam zoek is, dan wordt intimiteit met een ander heel moeilijk. Als de resonantie met ons eigen lijf zoek is, dan is de kans om ziek en ongelukkig te worden groot. Al het streven naar perfectie leidt tot angst om te mislukken en somberheid. Toevallig? De twee grootste stemmingsstoornissen van onze tijd. Ont-stemd zijn, onecht zijn, geen goed contact met het lijf heeft grote consequenties voor de kwaliteit van ons leven.
Heel in gebrokenheid vind ik een prachtig beeld van ons mens zijn. In eerste instantie wilde ik mijn nieuwe boek die titel geven maar het werd Je bent al mooi. In de grond zijn we een woordloos geheel en prachtig. Steeds terug naar je lijf, naar je adem en uit je hoofd om te ervaren dat je er bent.
Het boek Je bent al mooi verscheen in April 2019 bij uitgeverij Ten have
Foto: Betty van Engelen