bezinning, bezieling, beweging

Over schuld en vergeving

Mijn geweten omvat een set persoonlijke definities van goed en kwaad, inclusief de richtlijnen om het goede te doen en het kwade te laten. Dat wordt natuurlijk sterk bepaald door cultuur, tradities, religie. Mijn geweten heeft ook een heel pragmatisch doel, nl. dat wat ik wel/niet moet doen om niet buiten de groep te vallen. Dat is interessant, want zou het kunnen dat een terrorist een andere gewetensinhoud heeft dan een oppassende burger? Of is er ook in hem ergens een diep besef ingeschapen van universele levenswetten?

Een goed geweten is de grondslag voor gemoedsrust. Die gemoedsrust kan verstoord worden door verschillende gevoelens. Het falen van mijn bedoelingen en doelen. Het tekortschieten in mijn capaciteiten, kennis, talenten. Het teleurstellen van anderen en eigen verwachtingen.

Maar de grootste impact hebben schuldgevoelens. Het besef dat ik schade heb gebracht aan anderen, aan het eigen lichaam of geest. Of aan moeder Aarde.

Philip Troost[i] stelt dat er scherper onderscheid moet worden gemaakt tussen schuldig zijn en schuldig voelen. Daarmee ben ik het van harte eens. Tè makkelijk worden schuldgevoelens in de hedendaagse hulpverlening geïnterpreteerd als gebaseerd op foute denkbeelden die ‘slechts’ persoonlijke groei blokkeren.[ii]

Want systemische wetten spreken wel degelijk expliciet over schuld erkennen, vergelden, genoegdoening vragen en geven. Dit is nodig om de balans tussen geven en nemen tussen personen weer te herstellen. Daartoe mag je zelfs iemand ‘met gelijke munt terugbetalen’ (maar dan wel een ietsje minder dan wat je is aangedaan). De liefdesdynamiek van het universum is weliswaar eindeloos geduldig en vertrouwt dat uiteindelijk alles goed komt en ieder een plaats heeft. Maar daar moeten wij individuen wel degelijk iets voor doen: schuld erkennen, vergeving vragen, eventueel boete doen en/of terugbetalen.

Zo heb ikzelf als 16-jarige eens een meisje onheus seksueel benaderd. Door haar reactie werd ik mij bewust dat ik te ver was gegaan. Ik verspeelde de kans om haar om vergiffenis te vragen en ben haar uit het oog verloren. De gedachte dat ik toentertijd nog zo onervaren was in mijn mannelijkheid, pleit me daarbij niet vrij. Heden ten dage prikt dat nog steeds.

Filosoof Paul van Tongeren[iii]: “Wie om vergeving vraagt, doet iets anders dan degene die zich verontschuldigt. Wanneer ik mij verontschuldig, mijn excuses maak, verwacht ik begrip. Ik kom te laat voor een afspraak en verontschuldig me door te zeggen dat ik in de file heb gestaan. Ik zeg daarmee als het ware dat het niet mijn schuld is dat ik te laat ben; het lag aan het drukke verkeer. Natuurlijk, ik had eerder van huis kunnen gaan, maar ik verwacht dat de ander mij niet aanrekent dat ik dat niet heb gedaan. Ook in situaties waarin ik wel schuld heb, is verontschuldiging een poging om de schuld te verkleinen of weg te nemen. Ik probeer duidelijk te maken waarom ik gedaan heb wat ik deed, zodat de ander dat begrijpt. Idealiter is de reactie van de ander dat hij zegt dat hij in zo’n geval net zo gehandeld zou hebben. Vergissen is immers menselijk. De verontschuldiging probeert – het woord zegt het al – schuld weg te nemen. Wie zich verontschuldigt zegt als het ware: ik begrijp weliswaar dat je geneigd bent mij een verwijt te maken, maar ik verwacht dat we het erover eens worden dat daar eigenlijk niet echt, of niet langer, een reden voor is.”

(…) “Wie om vergeving vraagt, neemt een radicaal andere positie in dan degene die zich verontschuldigt: hij erkent dat hij verkeerd gehandeld heeft en dat hij dat niet ongedaan kan maken. Hij heeft spijt over wat hij heeft gedaan, maar neemt de schuld op zich. Ook de vergeving waar hij om vraagt neemt die schuld niet weg, maar doet daar iets mee waardoor er een nieuwe situatie ontstaat. Wie om vergeving vraagt, geeft toe dat de ander wel degelijk het recht heeft om hem een verwijt te maken. Maar hij hoopt desondanks bevrijd te worden, misschien niet zozeer van iets, maar eerder tot iets: terwijl de verontschuldiging probeert iets weg te nemen, is de vergeving een gave, een geschenk.”

Een van de indrukwekkendste Bijbelverhalen over ‘schuld’ is dat van Jakob die, opgestookt door zijn moeder, zijn broer Ezau en zijn vader Isaac manipuleerde om het eerstgeborenenrecht en daarmee de vaderlijke zegen te ontvangen. Een diep schuldgevoel was het gevolg, dat hem zijn leven lang achtervolgde. Uiteindelijk leidde dit tot een gevecht op leven en dood met een engel bij de rivier Jabbok. Daardoor werd Jakob –weliswaar met een kapotte heup- weer helder en kon hij zijn broer berouwvol tegemoet treden. Na diens vergeving werd zijn ziel bevrijd en kreeg hij, als teken van hergeboorte, een nieuwe naam: Israël.

Elke dag zijn er momenten dat ook wij ingaan tegen onze diepere waarden en ons verlangen naar zuiverheid saboteren. Op veel momenten zijn we net-niet-helemaal eerlijk en soms doen we onze naasten regelrecht onrecht. Dat speelt in persoonlijke relaties (MeTo) maar ook in onze verhouding tot de maatschappij. We blijven plastic gebruiken en in onze benzine auto’s rijden, ook al vervuilen daardoor de oceanen en de atmosfeer. Bovendien dragen we soms een erfenis van fouten die door vorige generaties zijn gemaakt, zoals bv. kinderen van NSB’ers. En generaties katholieken hebben geworsteld met het begrip erfzonde uit de catechismus.

Dai Haying[iv] schreef: “Iedere stap die ik heb gezet, was mijn eigen keuze. De keuze was niet altijd een uitdrukking van mijn gevoelens en wil en stuitte me soms zelfs zeer tegen de borst, maar weerspiegelde uiteindelijk wel mijn kennis van het leven.

Ik wil mijn voetsporen niet uitwissen en ze ook niet door anderen voor mij laten bedekken. Die voetsporen bedroeven en beschamen me, maar juist daardoor koester ik ze.”

Misstappen kunnen ons beschamen, maar ze zijn –naast onze talenten en goede daden- tot de persoon die wij zijn. Als het goed is, leren we er van en zo groeien we naar het Licht.

Daarom is regelmatig gewetensonderzoek voor elk individu (en volk) van groot belang. Dat klinkt zwaar en dat is het tendele ook. Want eerlijk zijn t.a.v. je eigen hart en je eigen geschiedenis vraagt moed. Maar mijn levenstaak is juist om zwaarte te transformeren in lichtheid, om vrij te worden. Want wezenlijk ben ik een kind van het Licht. Als ik gelovig ben ligt die bevrijding in de handen van de Ene. Maar ook als ik niet gelovig ben, gaat het uiteindelijk om vergeving: door de ander, door jezelf.

Het meisje dat ik in een ver verleden onrecht heb aangedaan heeft daar hopelijk geen blijvende deuk van opgelopen. Mij rest om af en toe voor haar welzijn te bidden.


Marcus Belle is psycholoog en geeft sinds 1984 psychosociale therapie en supervisie. Hij heeft veel trainingen verzorgd voor bedrijfsleven, overheid en gezondheidszorg. Daarnaast heeft hij ervaring als leraar, interim-manager en bestuurder. Hij maakt deel uit van diverse netwerken van trainers en (systemisch- en lichaamsgerichte) therapeuten. De groepssessies en de psychologische processen tijdens de retraites vallen onder zijn begeleiding. Hij begeleidt samen met Maria van Mierlo het programma ‘Neem de Afslag’ in Dominicanenklooster Huissen


[i] Schuld en pastoraat en therapie’, Philip Troost in Keerpunt nr. 7                                                                              

[ii] Gelukkig zijn er nieuwe ontwikkelingen. Zo wordt nu ook ‘moral injury’ (morele beschadiging) als potentieel trauma erkend. Daar kan zowel bij daders als slachtoffers sprake van zijn.

[iii] ’Wat is vergeving?’, Paul van Tongeren in ‘Wijsgerig’, 26 maart 2014                                                                

[iv] ‘Namen in de Muur’, Dai Haying, pag. 147