bezinning, bezieling, beweging

Online miniretraite met Jan Kortie en Arjan Broers – Leven (en zingen) van wat komt

Wij leven niet van onze plannen, maar van wat er komt. Zo legt theoloog Erik Borgman het idee uit dat wij leven van genade. Dat klinkt mooi, maar wat moeten we daarmee?

Luister en zing mee met stembevrijder Jan Kortie en prediker Arjan Broers. Zij nemen u mee in oude verhalen en onze ervaringen nu, én over de genade die muziek is – als je tenminste je mond open doet en durft te gaan zingen.

Prelude
In de dominicaanse traditie wordt het al meer dan acht eeuwen gezegd: ‘Wij leven van de genade’. Daarmee wordt bedoeld dat ‘God zich welwillend toewendt naar de mens’, zoals het klassiek heet. Oftewel: wij krijgen van alles, uit de een of andere onbegrijpelijke overvloed, we hoeven er niets voor te doen.
Dat begint al als we nog niet eens in de kribbe liggen. We krijgen het leven, mensen die voor ons zorgen en ons van alles leren, we krijgen een samenleving waarin we kunnen opgroeien, vruchtbare grond, zon en regen, een os en een ezel en ga zo maar door.

De beroemde theoloog Edward Schillebeeckx noemde genade ‘pure gratuïteit om niet’ – hij hield van gulle taal. Hij bedoelde: we hebben het niet verdiend, het leven, we krijgen het. Zo maar. Van God. Of, als je weerzin voelt tegen geloofstaal: we krijgen het leven zo maar, van god weet waar.

Tot zover gaat het nog wel. Al zijn er ook mensen die maar blijven beweren dat ze autonoom zijn. Vaak zijn dat mensen die kopen wat ze nodig hebben. Vaak ook zijn dat mensen die nooit gebrek hebben aan een huis of een boterham, die al een tijd geen vriend hebben getroost of een pasgeboren kind hebben vastgehouden.

Maar: als wij leven van wat er komt, is deze rare tijd dan ook genade? Is corona genade? En de maatregelen? Het lamleggen van de economie, de duizenden doden, de eenzaamheid, de angst van ouderen en mensen met een beperking, de verveling van jonge mensen? En wat te denken van de schreeuwende behoefte om elkaar weer te mogen aanraken, vasthouden? Of zelfs maar van dichtbij in de ogen te kunnen kijken?

Wat er kwam, dit jaar, was dat we niet gewoon Pasen konden vieren, op vakantie konden en de zwartepietendiscussie konden voeren. Wat er is gekomen is dat we niet straks met Kerstmis kunnen samenkomen, om te eten en te kletsen, en om te zingen in onze kerken.

Eh… ja.
Ook dit is genade.
Of liever gezegd: we krijgen het, zo maar.
Het is aan ons om de genade erin te ontdekken.

Het is niet leuk, maar wie zei dat het leven altijd leuk was? Het is een van de lastigste inzichten uit de Bijbelse verhalen, die ons op allerlei manieren iets over de betekenis van het leven willen vertellen: de woestijn hoort erbij. Het niet-weten, de dood: het heeft niet het laatste woord, maar het hoort erbij.

En ook corona hoort erbij.
Deze rare kerst die eraan zit te komen, het oud en nieuw zonder vuurwerk: het hoort erbij.

De oude verhalen vertellen nog iets: als je genade wilt ontdekken in wat er komt, dan kan dat niet als toeschouwer of consument. Je kunt niet aan de zijlijn blijven staan. Je moet meedoen, zelfs al snap je nog niet waar het heen gaat.

In deze miniretraite bezingen we de genade en proeven we van het oude verhaal van Kerstmis. Want we zijn waarachtig niet de eersten in de geschiedenis die onze weg zoeken in wat er komt en proberen te zeggen: ik doe mee, al weet ik nog niet waar het heen gaat.


En Maria liet zich kennen

Ik laat mezelf liever niet kennen. Ja, wel in de dingen die me lukken, die ik goed kan en in de greep heb. Maar niet in mijn onvermogen, mijn geklungel, mijn me afvragen wat ik nou helemaal voorstel. Ben je gek! Voor je het weet word je afgemaakt. Op onze sociale media is dagelijks te zien hoe genadeloos we voor elkaar kunnen zijn. Als ik me laat kennen, dan doe ik dat eerder bij vrienden, geliefden, familie. Er is intimiteit nodig om kwetsbaar te durven zijn.

De verhalen van Kerstmis draaien het om. Die vertellen: er is kwetsbaarheid – een kind wordt geboren in een stal, omdat er geen plek is in de herberg – en dat leidt tot intimiteit. En dan is er nog een omkering: die intimiteit ontstaat niet met een klein clubje naasten, maar met wildvreemden: met dieren, met herders en met vreemdelingen die een ster zagen vliegen.

We beginnen bij Maria. Natuurlijk beginnen we bij haar. In de katholieke kerk heeft zij inmiddels 54 titels – er zijn er dit jaar drie bijgekomen. Moeder van God, Spiegel der Gerechtigheid, Zetel van Wijsheid, Mystieke Roos, Morgenster, Moeder van de Kerk, Moeder van Barmhartigheid, Troost van de Migranten. Toevlucht van de Zondaars, Moeder van Hoop.

Maar op dit moment in het verhaal dat we elk jaar vertellen is Maria alleen nog maar Mirjam: een hoogzwanger joods meisje van een jaar of 17, die met haar geliefde strandt in een stal. Daar zal ze, ver van haar familie, haar kind ter wereld brengen. Het is nogal een sprong, dat dit opgejaagde meisje de Moeder van God is. Heeft dat nog iets met mij, met ons te maken?

Hier in het klooster, zoals in alle katholieke kloosters, zingen de broeders dagelijks het magnificat, het loflied van Maria. Als ik meezing, haak ik altijd even op het zinnetje: ‘Want Hij heeft oog gehad voor mij, zijn dienares’. Ik vind dat leuk, want het gebeurt verder nooit dat ik het over mijzelf heb in de vrouwelijke vorm. Ik vraag me wel eens af hoe vaak vrouwen dit andersom hebben.

Het loflied van Maria is – opnieuw – een omkering. Het is een lied van een dienares, die zich gezien voelt door de Eeuwige. Dat vervult haar ziel. Ze is intens gelukkig – zoals velen die moeder of vader worden zullen herkennen – en ze spreekt haar vertrouwen uit in een God die door dikdoenerij heenkijkt, die machtigen onttroont en kleine mensen verheft.
God als de grote nivelleerder, in het jaar nul. Zo kan ik me bij Maria wel wat voorstellen. Al was het maar omdat ik me soms ook een uitverkorene voel dat ik vader mag zijn. En al was het maar omdat ik snak naar minder ongelijkheid in de wereld. Maar we gaan nog een stap verder.

De middeleeuwse mysticus en dominicaan Meister Eckhart schreef dat het de bedoeling is dat je maagd wordt. Daarmee bedoelde hij dat je je als mens zo moet ontwikkelen dat je leeg en ontvankelijk wordt. Vrij van alle innerlijke gedoe en van je egobelangen. Als je zo open wordt, maagd wordt, in de woorden van Eckhart, dan kun je het leven ontvangen en dragen en uiteindelijk doorgeven.
Ja, ook mannen kunnen leven baren, zegt Meister Eckhart. Ik snap dat wel, zeker in dit kale coronajaar, waarin ik trouwens ook een beetje een buikje krijg. Juist dit jaar merken we dat we het nodig hebben om elkaar te zien en aan te raken. We wekken elkaar tot leven met nabijheid, aandacht, plezier.

We zitten nu in de laatste dagen van de advent, de vier weken voor Kerstmis. Advent is de periode van verwachting van nieuw leven, van licht in het duister. Hoe dat licht komt, weten we niet.
Maria wist het ook niet. Ze ontving leven. Toen ze zwanger bleek vroeg ze zich af hoe dat kon. Ze kreeg geen uitleg, zo vertelt het verhaal, ze kreeg alleen te horen dat God er een bedoeling mee had. En haar antwoord was: mij geschiede naar uw woord.

Het is hierin dat ik haar het meest inspirerend vind. Ik begrijp eerlijk gezegd ook maar weinig van het leven, van wat er gebeurt, wat er in me leeft, wat ik te geven heb. Vaak wil ik me terugtrekken of zoek ik naar zekerheid. Het is een voortdurende oefening om te zeggen en te doen: mij geschiede naar uw woord.

Oftewel: ik begrijp het niet, maar ik doe wel mee.
God weet waar het goed voor is.


En Jozef liet zich kennen

Over Jozef kan ik korter zijn. Dat is niet zo leuk voor hem, maar hij is wel wat gewend. Er zijn niet veel bekende echtparen waarbij de vrouw voorop staat en de man haar dient. Zij de koningin van de hemel, hij de patroon van de timmerlieden. Over zijn dood weten we bijvoorbeeld niets. Maria werd ten hemel gevoerd, Jozef verdween gewoon uit het verhaal.
Nou en? Meestal is het andersom, meestal zijn de vrouwen de naamlozen.

Ik kreeg pas iets met Jozef toen ik stiefvader werd. Ik ging mee zorgen voor twee kinderen die niet van mij zijn, maar die ik wel in mijn hart sloot. En ik merkte hoe ingewikkeld dat was. Bij mijn eigen kinderen is er onvoorwaardelijke liefde. Zelfs als we elkaar stom vinden, vinden we elkaar lief. Maar bij mijn stiefkinderen kon ik nergens aanspraak op maken. Ja, dat ze zich aan huisregels zouden houden, meer niet. Stiefvader zijn is een kwetsbare positie. Je geeft, maar je kunt nergens op rekenen.

Ik heb in dat opvoeden wel eens aan Jozef gedacht. Het verhaal gaat dat zijn geliefde al zwanger bleek voor zij de liefde bedreven. Jozef wilde haar niet zwart maken, maar stilletjes de verloving verbreken, door te verdwijnen. Maar in een droom werd hem verteld dat het kind dat Maria droeg onderdeel was van Gods plan. Dit kind is niet jouw bedoeling, zei de droom, maar het is wel de bedoeling.
En Jozef liet zien uit hetzelfde hout gesneden te zijn als zijn verloofde. Hij zei, hij deed: ‘Ik begrijp het niet, maar ik doe mee’. Ook hij vertrouwde zich toe aan hoe het leven blijkbaar ging.

Hoeveel mensen zijn er wel niet die een vaderwond hebben? Die geleden hebben onder hun vader? Een boze, een strenge, een afwezige, een onbereikbare vader?

Een van de dingen die we zeker weten over Jezus, is dat hij God aansprak als abba. Dat betekent: vader. Of preciezer: papa. Een woord van intimiteit en nabijheid. Een woord van een kind dat zich toevertrouwt.
Hierin schemert de betekenis van Jozef door. Want als hij een boze of afwezige vader was geweest, dan had Jezus het woord papa nooit verbonden met God die liefde is. Dat hij zijn hemelse vader aansprak met hetzelfde liefdeswoord als zijn aardse vader, is de even grootse als verborgen erfenis van Jozef.

Weten we ooit wat het effect is van de vriendschap en de liefde die we een ander geven? Hoe het doorwerkt, welke vormen het aanneemt in de levens van anderen? Hoe wij zelf gevormd zijn door wie van ons houden?

Het enige dat we weten is dat er niets gebeurt als we niet mee gaan doen


En Jezus liet zich kennen

Vanaf het allereerste begin – zegt het oude verhaal van Kerstmis – vanaf het allereerste begin was Jezus van iedereen, niet alleen van zijn ouders. Hij werd geboren tussen de dieren. Hij werd bezongen door engelen en bezocht door herders – het uitschot van de samenleving van toen – en door buitenlanders met vreemde ideeën en dure cadeaus.

Wij mensen kunnen aan alles wennen. Als ons een jaar geleden was verteld dat we deze kerstmis nauwelijks samen konden komen en dat samen zingen verboden was, waren we geschokt geweest. Als ons toen gezegd was dat we nu mondkapjes zouden dragen, geen handen zouden schudden en zonder te mokken niet harder dan 100 km per uur zouden rijden op de snelweg – we hadden het niet geloofd.

Het zou ons moeten schokken, het beeld dat God zich laat kennen in de gedaante van een weerloos kind en later in de gestalte van een gekruisigde, doodgemartelde man. Maar we zijn gewend aan die beelden. We maken er een knus stalletje van en we zingen – neuriën – midden in de winternacht. En van de gekruisigde maken we een overwinnaar van de dood die naast God zit in de hemel.
Maar de beelden van stal en kruis zijn bedoeld om ons te chocqueren. Om ons steeds opnieuw in het gezicht te wrijven dat het leven anders is dan wij denken. Het heilige is niet almachtig, maar afhankelijk en weerloos. Hou maar eens een pasgeboren kind vast. Of de hand van een stervende. Voel hoe fragiel het leven is, en hoe het telkens opnieuw begint.

We weten niet hoe Jezus van Nazareth eruit zag. Hij heeft nooit een boek geschreven. We hebben wel vier verhalen over zijn leven, vele jaren na zijn dood geschreven in een andere taal dan hij zelf sprak.
Maar wat we wel weten blijft intrigeren. Het kind in de kribbe zou uitgroeien tot een man die verhalen vertelde en mensen aanraakte en genas. Een man die door de dikdoenerij van bazen en burgers heenkeek en de waardigheid zag van uitgestoten mensen.

Een man die zei: keer om, ga anders denken, verander je geest, want het Rijk van God is vlakbij.
Ik begrijp er niets van, maar ik doe wel mee.

Zalig Kerstmis.

Tekst door Arjan Broers
Video door Misha Beliën www.mishabelien.nl

Reacties (2):

  1. annelies willekens

    25 december 2020 at 23:11

    Nadat ik deze mini retraite- leven en zingen van wat komt- gevolgd en meegezongen! had ben ik op zoek gegaan naar de teksten en melodieën die op mij een bizondere indruk maakten. Ik wilde ze nog eens beleven. Wie is Arjan Broers? vroeg ik mij af, die zo’n lezing kan geven en wie is Jan Kortie, die de stemmen losmaakt? Ik beleefde de retraite nog eens en heb ook de tekst gevonden en zeg met Arjan Broers mee: Ik begrijp er niets van,maar ik doe wel mee.Zalig Kerstmis.

    Beantwoorden
  2. Henriette Hugen

    29 december 2020 at 14:07

    Ik heb genoten van deze miniretraite.
    Kwam eindelijk tot innerlijke vrede, de ware. kerststemming voor mij.
    Het verhaal erbij van Arjan Broers gaf nieuwe inzichten en diepere respect voor de Heilige Familie.
    Voor 2021: Corona ,hoort erbij. Je moet meedoen. “ ik doe mee,al weet ik niet waar het heengaat. Gezegend Nieuwjaar.
    Henriette Hugen.

    Beantwoorden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *