bezinning, bezieling, beweging

Online miniretraite met Henk Jongerius – Wandelen met God

Deze keer neemt Henk Jongerius de kijkers mee met het gedicht De wandelaar van Martinus Nijhoff.

De wandelaar

Mijn eenzaam leven wandelt in de straten, 
Langs een landschap of tusschen kamerwanden. 
Er stroomt geen bloed meer door mijn doode handen, 
Stil heeft mijn hart de daden sterven laten.

Kloosterling uit den tijd der Carolingen, 
Zit ik met ernstig Vlaamsch gelaat voor ’t raam; 
Zie menschen op een zonnig grasveld gaan, 
En hoor matrozen langs de kaden zingen.

Kunstenaar uit den tijd der Renaissance,
Teeken ik ’s nachts den glimlach van een vrouw, 
Of buig me over een spiegel en beschouw 
Van de eigen oogen het ontzaglijk glanzen.

Een dichter uit den tijd van Baudelaire, 
– Daags tusschen boeken, ’s nachts in een café – 
Vloek ik mijn liefde en dans als Salomé. 
De wereld heeft haar weelde en haar misère.

Toeschouwer ben ik uit een hoogen toren, 
Een ruimte scheidt mij van de wereld af, 
Die ‘k kleiner zie en als van heel ver-af, 
En die ik niet aanraken kan en hooren. 

Toen zich mijn handen tot geen daad meer hieven, 
Zagen mijn oogen kalm de dingen aan: 
Een stoet van beelden zag ik langs mij gaan, 
Stil mozaïkspel zonder perspectieven.

Martinus Nijhoff

Wandelen kan een meditatief gebeuren zijn, waarin je jezelf tegen komt, maar waarin je ook aanloopt tegen je verhouding met anderen en de grond van je leven, met uiteindelijk het besef dat je ‘gaande’ wordt gehouden. Hierover mijmert Henk Jongerius op zijn bekende wijze verder.

Bekijk hier de video van de online retraite

Verderop gebruikt hij het gedicht ‘Voetstappen in het zand’ van een onbekende dichter

Voetstappen in het zand

Ik droomde eens en zie
ik liep aan ’t strand bij lage tij.
Ik was daar niet alleen,
want ook de Heer liep aan mijn zij.

We liepen samen het leven door,
en lieten in het zand,
een spoor van stappen; twee aan twee,
de Heer liep aan mijn hand.

Ik stopte en keek achter mij,
en zag mijn levensloop,
in tijden van geluk en vreugde,
van diepe smart en hoop.

Maar als ik het spoor goed bekeek,
zag ik langs heel de baan,
daar waar het juist het moeilijkst was,
maar één paar stappen staan.

Ik zei toen “Heer waarom dan toch?
Juist toen ik U nodig had,
juist toen ik zelf geen uitkomst zag,
op het zwaarste deel van mijn pad…”

De Heer keek toen vol liefde mij aan,
en antwoordde op mijn vragen;
“Mijn lieve kind, toen het moeilijk was,
toen heb ik jou gedragen…”

Reacties (1):

  1. Theo

    2 oktober 2020 at 18:48

    Henk, prachtig, ook tijdens het luisteren was ‘ik’ even weg en wat een mooi gedicht tot slot.
    Bedankt.
    Hartelijke groeten,
    Theo.

Gesloten reacties.