Henk Jongerius spreekt over ‘Leven in de aanwezigheid van God’ . Hij gebruikt onderstaand gedicht van Guido Gezelle als basis en spreekt over liefde, over bidden en over het ervaren van je eigen diepte.
Gij badt op enen berg
Gij badt op enen berg alleen,
en… Jesu, ik en vind er geen
waar ‘k hoog genoeg kan klimmen
om U alleen te vinden:
de wereld wilt mij achterna,
alwaar ik ga
of sta
of ooit mijn ogen sla;
en arm als ik en is er geen;
geen een,
die nood hebbe en niet klagen kan;
die honger, en niet vragen kan;
die pijne, en niet gewagen kan
hoe zeer het doet!
o Leert mij, armen dwaas, hoe dat ik bidden moet!
Guido Gezelle
Wanneer geen ander woord mij rest
Wanneer geen ander woord mij rest,
mijn levensdorst niet wordt gelest,
roep ik tot u, noem ik uw Naam:
ontsteekt gij licht in mijn bestaan?
Wanneer het donkert om mij heen,
verlatenheid mij maakt alleen,
weet ik geen ander woord dan ‘God’
dat roept om uitzicht in mijn lot.
Zij Gij het die mijn roepen hoort
wanneer mijn adem wordt gesmoord,
maakt Gij het helder in mijn nacht
dat ik niet ijdel op u wacht?
O morgenrood dat mensen stil
vertrouwen in u geven wil:
laat u niet wachten, schijn op mij,
dat ik heradem, nieuw en vrij!
Naar Psalm 130
Henk Jongerius