Een ziel heb je nu en dan.
Niemand heeft haar ononderbroken
en voor altijd.
Dit zijn woorden van de Poolse dichteres Wislawa Szymborska die zij schreef in haar bundel ‘Het moment’. Het is een prachtige tekst die je aan het denken zet over wat wij eigenlijk bedoelen als wij over onze ziel spreken. Dat gebeurt nogal eens als je tijdens retraitedagen met mensen nadenkt over wie of wat wij als mensen eigenlijk zijn. We zeggen van onze ziel dat het onze kern is, ons eigenlijke ‘zelf’ of iets dergelijks, maar wat opvalt is dat het vooral een wat ongrijpbare werkelijkheid blijft.
In de klassieke geloofsleer of de catechismus werd de ziel wel aangeduid als iets dat onderscheiden is van het lichaam en na de dood voortleeft. Dat gebeurde vooral om aan te duiden dat wij toch meer zijn dan alleen maar vlees en bloed; maar helemaal greep krijgen op de ziel is kennelijk lastig. Zelf heb ik me weleens laten ontvallen dat ik niet weet wat een ziel is, maar wel goed weet wanneer ik op mijn ziel getrapt word. Ik bedoel daar dan mee dat je je tot op je bodem gegriefd of miskend voelt door anderen.
Aan een op duizend gesprekken
neemt ze deel
maar zelfs dat is niet zeker
want ze zwijgt liever.
Er is een spreekwoord dat zegt dat je je ziel in lijdzaamheid moet bezitten. Dit kan ons een richting wijzen om iets van onze ziel aan te voelen: het is de innerlijke bron die ons voedt om te zijn wie wij echt zijn. Het beste wordt dat uitgedrukt in de naam die je hebt. Wanneer een ander je daarmee aanspreekt, hoor je in de klank ervan dat het echt om jou gaat. Die naam roept het eigen mysterie wakker dat jij én voor jezelf én voor anderen bent en waar je voorzichtig en met respect mee om moet gaan. Ik bedoel hier iets anders mee dan wat weleens wordt gezegd als je een ander een mysterie noemt. Er wordt maar al te vaak mee bedoeld dat je geen moeite moet doen om te achterhalen wie de ander is want het blijft een vreemde voor je. Eigenlijk schrijf je die ander dan af en wil je niet dichter komen bij wie hij of zij is.
Ze is kieskeurig:
ziet ons liever niet in de massa,
walgt van onze strijd om maar te winnen
en van ons wapengekletter.
Er zijn momenten in je leven dat je ontegenzeglijk de ervaring van je ziel ontdekt. Dat gebeurt als wij heel goed in ons vel zitten, de eenheid in onszelf ervaren en in grote ontspannenheid ‘ik’ zeggen. Dat zijn de ogenblikken waarin je voelt dat er een innerlijke kracht in je is waardoor je ‘ja’ inderdaad helemaal ‘ja’ is, momenten van niet verdeeld zijn maar een mens ‘uit één stuk’ te zijn.
Een verhaal uit de joodse traditie vertelt van een man die zich als ascetische oefening had voorgenomen om gedurende een bepaald aantal uren niet te drinken, maar toch telkens weer aan de verleiding bezweek. Zijn wispelturigheid wordt door zijn leermeester als ‘lapwerk’ bestempeld, omdat het in het leven niet gaat om het leveren van wat voor prestaties ook, maar om werkelijk in jezelf verzameld te zijn. Dat is de kracht van de ziel die je kunt ervaren, waardoor je trouw bent aan jezelf. Waar dat gebeurt, ontmoet je de ziel in jezelf.
Vreugde en verdriet
zijn voor haar geen verschillende gevoelens.
Alleen als die twee zijn verbonden
is ze bij ons.
Het gaat er dus om in jezelf verzameld te zijn en te accepteren dat wij zowel in verdriet als in vreugde helemaal aanwezig kunnen zijn. Je bent niet afhankelijk van positieve of negatieve emoties, want je ‘bent’ niet je emotie, maar je ‘hebt’ die. Je bent meer dan je gevoel of emotie en het is de levenskunst om in die kern van jezelf dat ongrijpbare midden van jezelf telkens weer wakker te laten worden.
Hierbij is het goed om van tijd tot tijd de stilte op te zoeken, te letten op je in- en uitademen en rustig tot het besef te komen dat je aanwezig komt in dit moment. Vanuit die verstilling zullen wij in staat zijn om woorden te spreken die echt uit ons centrum komen, woorden die je alleen maar zelf kunt spreken, waarachtige woorden die verklanken wat er echt in jezelf omgaat. Hierbij denk ik terug aan een student die ik eens in Praag ontmoette en die vertelde over wat hij had meegemaakt tijdens de opstand daar. Er waren dingen die er in zijn hoofd omgingen, waarbij hij op zijn voorhoofd wees, en zaken die uit zijn hart kwamen. Daarbij legde hij zijn hand op zijn hart. Maar, zo zei hij en legde zijn hand op zijn buik, er gaan ook zaken om in je ziel en daar ben je helemaal jezelf. Mensen die vandaaruit leven, overwinnen geweld en onderdrukking.
Misschien is die ziel wel het ervaren van Gods levensadem in ons, waardoor wij dankbaar leven in het hier en nu, op deze dag, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf! De ziel is de innerlijke bron die ons voedt om te zijn wie wij echt zijn. Je kunt dat bijvoorbeeld heel zuiver ervaren, wanneer iemand je met je naam aanspreekt en je in de klank ervan hoort dat het echt om jou gaat.
Leven vanuit: luisteren naar wat er zich in je binnenste afspeelt, een stille kracht op het spoor komen die je met jezelf verzoent en tot eenheid brengt, en van daaruit vol verwachting dingen, mensen en omstandigheden tegemoet gaan!
Henk Jongerius o.p.
Henk Jongerius is Dominicaan, auteur en dichter.
Op de blogsite van het Dominicanen Klooster Huissen kunt u diverse online retraites terugkijken, waaronder die van Henk Jongerius. Via de nieuwsbrief van Klooster Huissen blijft u op de hoogte van de aankomende gratis online retraites.
Enige tijd geleden werden Henk Jongerius en Aalt bakker geïnterviewd door omroep Gelderland, het programma is hier terug te luisteren Kloosters hebben het steeds drukker