bezinning, bezieling, beweging

Islam en gevoelige thema’s

Er heerst vaak grote onwetendheid over de islam. Over de islam, nochtans de op één na grootste religie in ons land, heerst vaak een eenzijdig en negatief beeld. En als men op een gevoelig thema botst weet men er vaak niet goed mee om te gaan of er is handelingsverlegenheid. Hoe bespreek je in een context van diversiteit gevoelige thema’s zoals hoe ‘de’ islam staat ten opzichte van genderdiversiteit, seksuele diversiteit, democratie en evolutietheorie?

Deze thema’s kunnen opkomen bij leerkrachten, jeugdwerkers, maatschappelijk werkers, hulpverleners, leerkrachten en anderen die te maken hebben met moslims. Achter deze vragen schuilt de vraag: hoe staat de islam ten opzichte van diversiteit in alle vormen? Om deze grote vraag beter te begrijpen en beter te kunnen beantwoorden is het belangrijk te onderzoeken waar deze vraag vandaan komt, wie hem stelt en in welke context. We kunnen om dat te onderzoeken de vraag het best eens omdraaien. Hoe staan wij – als samenleving – ten opzichte van de islam? Hoe staan wij ten opzichte van religie? Of nog breder: Hoe staan wij ten opzichte van diversiteit in alle vormen in onze samenleving?

Samenlevingsmodellen
In de sociologie onderscheidt men een viertal samenlevingsmodellen die ons kunnen helpen in het nadenken over diversiteit: assimilatie, segregatie, passief pluralisme en actief pluralisme. Assimilatie wil zeggen dat minderheden zich aan de dominante groep – de groep met de meeste macht – moeten aanpassen. Segregatie wil zeggen dat groepen zoveel mogelijk gescheiden van elkaar leven. Passief pluralisme wil zeggen dat er sprake is van integratie waarbij de dominantie groep enige ruimte maakt voor minderheidsgroepen om mee te doen. De dominante groep bepaalt echter de norm en kan onverschillig ten opzicht van de diversiteit blijven. Het actief pluralisme staat voor gelijkwaardige ontmoeting en dialoog tussen de dominante groep en minderheidsgroepen. Dat betekent dat alle partijen open moeten staan voor elkaar en bereid moeten zijn van elkaar te leren. Om zo samen vorm te geven aan een nieuwe diverse gelijkwaardige samenleving.

Voor veel mensen klinkt actief pluralisme als het ideaal. De praktijk blijft echter vaak in passief pluralisme steken, omdat bij actief pluralisme er alles in vraag kan worden gesteld ook de normen van de dominante groep. En privileges dienen opgegeven te worden. Voor een eerlijk gesprek en dialoog over gevoelige thema’s is een actief pluralistische houding echter onontbeerlijk.

Vooroordelen over islam
In de dialoog en ontmoeting met islam en moslims en moeten er vanuit Westers perspectief daarnaast een aantal hardnekkige vooroordelen afgebroken worden. Deze vooroordelen die ik hieronder zal noemen zijn diepgeworteld in de Westerse psyche vanwege de lange geschiedenis van strijd en propaganda tussen christelijke Europa en de islamitische wereld. Ze hebben ook te maken met de ervaringen met het christendom en het gemakzuchtig projecteren van kenmerken van het christendom op de islam.

Het eerste vooroordeel is dat diversiteit in de islam niet bestaat. Men claimt vaak dat ‘de’ islam iets zegt. De realiteit is echter dat ‘de’ islam net als ‘het’ christendom of ‘het’ humanisme niet bestaat. De islam kent een grote diversiteit op cultureel en theologisch niveau. De islam heeft geen hiërarchische kerkstructuur en geen equivalent van de paus. En Koraninterpretaties lopen uiteen. In de islam zijn wel meerderheids- en minderheidsmeningen, maar die kunnen en zijn onderhevig aan discussie en verandering. Er zijn diverse islamgeleerden en islamitische instituten verspreid over de islamitische wereld en in het Westen die gezag claimen. In principe is het gezag gebaseerd op geleerdheid en overtuigingskracht. In de praktijk spelen ook sociale factoren een rol omdat religie ook een bindende functie heeft.

Hierop aansluitend is het tweede grote vooroordeel die van het essentialisme en oriëntalisme. De islam wordt daarbij voorgesteld als hebbende een onveranderlijke kern of essentie die haaks staat op onze manier van leven. Waar in de middeleeuwen de islam als de antithese van het Christendom werd voorgesteld, wordt de islam in de moderne tijd als de antithese van de Verlichting, de moderniteit, het secularisme of het Westen afgeschilderd.  Vaak gaat men ervan uit dat deze essentie een Korantekst, de shari’a of het geloofsdogma van letterlijke openbaring daar debet aan is. De realiteit is echter dat de Koran heel weinig wetten bevat, de shari’a (“islamitische wet”, letterlijk: ‘de weg naar de bron’) geen wetboek is, maar het object van een rechtsleer met bibliotheken van discussie en meningsverschillen. En het geloof in een letterlijke Goddelijke openbaring leidt bij moslims niet automatisch tot letterlijke interpretatie.

Het derde vooroordeel dat in het verlengde ligt van de tweede is dat de islam nog door de Verlichting moet. Alsof de verlichting eenduidig is en de geschiedenis lineair verloopt en moslims niet hun eigen verlichting hebben gekend in de 9e een 19e eeuw n.C. Al vroeg ontstond er in de islamitische wereld een cultuur van wetenschappelijke en filosofische uitwisseling en vooruitgang. Er was relatieve godsdienstvrijheid en er ontstond een open debatcultuur waarin er ruimte was voor vrijheid van meningsuiting, zelfs islamkritiek. Er was een dicht- en verhalencultuur met erotische en homo-erotische poëzie. Vrouwen hadden meer rechten dan in Europa en hadden soms ook politieke macht. Allerlei zaken die in het Westen pas na de Verlichting mogelijk werden bestonden dus al eeuwen eerder in de islamitische wereld.

Misbruik van diversiteit
Terug naar islam en gevoelige thema’s en de realiteit van vandaag. Hoe ga je het best om met hedendaagse moslims die zich niet bewust zijn van de rijkdom en diversiteit van hun eigen traditie ? De verleiding in zo’n situatie is groot om ze te ‘verlichten’. Wat dan vaak gebeurt is dat de diversiteit onder moslims wordt misbruikt om een assimilatiestandpunt er doorheen te drukken. Hebben we bijvoorbeeld problemen met de hoofddoek van moslima’s en willen we dat ze zich meer zoals wij gaan kleden, dan gaan we op zoek naar een liberale imam of islamitisch theoloog die ons standpunt verdedigt dat een hoofddoek onnodig is. We misbruiken de diversiteit in de islam dan voor assimilatiepolitiek.

Nu is een hoofddoek een persoonlijke keuze en kledingstuk waar je niemand mee schaadt. Maar hoe gaan we om met fundamentalistische uitingen van islam die anderen schade toe brengen of discrimineren? Probeer je de ander theologisch te overtuigen van een andere interpretatie, of haal je een liberale imam erbij? Dan loop je mogelijk snel vast in een welles-nietes wedstrijd over de juiste interpretatie. Bovendien zul je als je geen moslim bent mogelijk minder serieus genomen. Vruchtbaarder is het om niet op basis van teksten maar op basis van onderliggende waarden de dialoog aan te gaan. Je zou kunnen wijzen op het non-discriminatie principe in de koran en teksten in de Koran die een algemene positieve visie op diversiteit hebben en dat het oordeel bij God is. Ook zou je het kunnen hebben over de ervaring die veel moslims hebben met uitsluiting en discriminatie en de noodzaak voor solidariteit met andere groepen die om andere redenen gediscrimineerd worden. Voor begeleiders van jongeren is bovendien van belang is om in discussies de mening van anderen te respecteren, zelfs al lijkt hun mening ongenuanceerd, veroordelend, intolerant of hard. Zet daar met de nodige geduld een genuanceerde mening tegenover. Het hoort vaak bij die leeftijdsfase om tegendraads en zwart-wit te denken. Het is in de dialoog met jongeren daarom van belang om oprechte nieuwsgierigheid en inlevingsvermogen op te brengen voor hun leefwereld.


Deze tekst is een samenvatting van de lezing van Kamel Essbane tijdens de bijspijkerdagen in 2019.

Kamel Essabane (MA) is docent islamitische filosofie aan het Fahm Instituut, docent islamitische godsdienst aan de Thomas More Hogeschool(Be) en onderwijsbegeleider identiteit en levensbeschouwing bij Arkade

Foto: Betty van Engelen