bezinning, bezieling, beweging

Fileleed

“Ik ben al drie kwartier onderweg! En nog geen meter opgeschoten! IK WORD HIER GEK VAN!”
De stem aan de andere kant van de lijn klonk nogal geïrriteerd. Zacht uitgedrukt… De diagnose was binnen een paar seconden gesteld: hier was sprake van fors fileleed. Een kwaal die vandaag de dag nogal eens voorkomt bij een groot deel van onze bevolking. Een aandoening die op weg is om aan de top van de meest voorkomende ziekten te komen. Heel vervelend, maar in de regel onschuldig. Je gaat er doorgaans niet aan dood en fysiek kan het geen kwaad; hoewel… echt bevorderlijk voor je bloeddruk of de rustige cadans van je hartslag is het nu ook weer niet.

Maar deze kwaal is zeker funest voor een gezonde geest. Het bewijs daarvoor werd mij zojuist opnieuw geleverd toen ik een poging deed om in alle redelijkheid, en heel voorzichtig, tot een soort van gesprek te komen. Maar dat mislukte. Het zuchten aan gene zijde van mijn mobiele telefoon bleef onverstoord doorgaan en allengs vermengde het zich met enkele korte maar krachtige boze opmerkingen.

‘Wat moeten al die mensen nú op de weg’?

Tja…. euh…..naar hun werk misschien?

‘Ja hoor! Oudjes achter het stuur!’

Het zóu kunnen dat ook zíj op dit tijdstip ergens naar toe moeten…..

Ik begreep al snel dat mijn pleidooi voor de andere weggebruikers weinig zin had. Integendeel. Het gooide alleen maar extra olie op het vuur. Ondertussen begon ik mij af te vragen waarom ik door deze beller in mijn ochtendrust gestoord werd. Wat was zijn vraag? Wilde hij iets doorgeven, iets overleggen? De klaagzangen, die onophoudelijk leken, vormden een ware wegversperring op mijn reis naar antwoorden.

Even meende ik het licht te zien toen er enkele stiltes in ons gesprek vielen en zijn stem wat rustiger klonk. Maar nét toen ik een poging waagde een serieuze en voor mijn doen toch wel intelligente vraag te stellen, barstte de tirade weer los: ‘Tuuuuuurlijk! Ook nog eens een ongeluk! Grrrrrr, ben ik weeeer te laat!’ Ik deed een poging te reageren, maar werd godzijdank tijdig op de vingers getikt door mijn heldere geest die het verstandiger vond dit nu niet te doen. ‘Gewoon uit laten razen’ klonk het diep in mij. Ik gaf me over.

Opeens keerde het tij. ‘O, het rijdt weer! Nou fijne dag. Doei!’ Verbinding verbroken….Even snel als het ‘onweer’ opkwam, was het weer verdwenen. Er overviel mij een weldadige stilte. De koffie was klaar. De broodrooster schoot warme toastjes uit zijn gapende mond. Krantje erbij, sinaasappeltje geperst. Alles was gereed om mij over te geven aan een heerlijk ontbijt. Ik deed mijn best te genieten van hetgeen ik mijzelf had voorgeschoteld, maar echt lukken wilde dat niet. De onrust die de aan fileleed lijdende beller mij had toegezonden, begon zich aardig van mij meester te maken. Tijd dus voor een flinke wandeling met de honden!

Hij was onderweg, zei hij, maar waar naar toe?

Theo Menting