bezinning, bezieling, beweging

Een mens van waarde

Onlangs raakte ik in gesprek met een man die door omstandigheden dakloos is geworden. Ik vroeg hem hoe het is om te leven zonder bezit. Hij vertelde dat het hem veel heeft geleerd en dat hij vrijheid ervoer. ‘Het heeft mij sterk gemaakt’. Het verraste mij dat hij zo positief sprak over zijn situatie. Een mens zonder bezittingen die vrijheid ervaart. Hij wordt vaak weggejaagd door de politie wanneer ze met een paar mensen iets staan te drinken, of wanneer hij in het openbaar slaapt in een tentje. ‘Ze namen mijn tent mee waarop ik vroeg of ze wel begrepen wat ze nu eigenlijk aan het doen waren. Jullie nemen mijn huis mee’. Eigenlijk wordt hij voortdurend opgejaagd en mag hij nergens zijn. Wanneer de opvang vol zit, heeft hij geen andere keuze dan op straat slapen. Bij gebrek aan voorzieningen wordt hij dus opgejaagd en moet hij als het ware in het niets verdwijnen, want anders verstoort hij de openbare orde. Dat is nogal wat. Ik voelde mij kwaad worden op ons systeem en hoe wij met mensen zoals hij omgaan. Mag je dan alleen bestaan wanneer je volgens de regels van de door ons gecreëerde maatschappij leeft?

Eigen recht
Vervolgens vroeg ik hem hoe het is als iemand hem iets geeft op straat. Daar zit ik zelf namelijk nogal mee. Als ik een dakloze wat geef, of het nou geld is of iets te eten, voel ik mij altijd bezwaard. Ik heb het wel en zij hebben het niet. Maakt mij dat rijker? ‘Nee’, zei hij, ‘je moet het altijd doen. Het voelt heel speciaal als je iets krijgt!’ Ik neem zijn advies ter harte. Tegelijkertijd blijft die laatste zin in mij hangen: Het voelt heel speciaal als je iets krijgt. Daarmee is hij dus afhankelijk van datgene wat hij krijgt, maar waar hij niet zomaar recht op heeft.

Eenmaal dakloos, dan verandert je positie in de maatschappij

Ik vind het lastig. Deze man en vele anderen hebben er niet voor gekozen om dakloos te worden, maar als ze het eenmaal zijn, dan verandert hun positie in de maatschappij. Van waardevol mens die iets bijdraagt in de samenleving naar iemand die ernaast staat en er slechts bij de gratie van anderen mag zijn.

Hoe gaan wij om met mensen die geen actieve rol meer hebben in de samenleving en hoe ervaren deze mensen dit zelf? Dit brengt mij op de discussie die gaande is over stervenshulp wanneer iemand ‘een voltooid leven’ heeft. De christelijke partijen zijn tegen dit wetsvoorstel vanuit hun overtuiging dat elk leven waardevol is. Liberale partijen vinden dat mensen zelf de keuze kunnen en mogen maken als de tijd daar is. De één gaat uit van de barmhartigheid die wij als mensen voor elkaar moeten hebben en de ander vanuit de individuele positie van de mens. Een lastig dilemma. Wanneer diegenen aan het woord komen die in de levensfase zitten waarin dit vraagstuk een rol gaat spelen, hoor je nogal eens dat ze het zelf willen beslissen en dat de politiek daar helemaal niets over te zeggen zou moeten hebben. Een oudere dame zei dat de gemiddelde leeftijd in de politiek ver beneden de leeftijd ligt waarop dit vraagstuk gaat spelen, dus hebben ze geen recht van spreken. Dit pleit voor het uitnodigen van ervaringsdeskundige sprekers in de tweede kamer.

Wijsheid en levenservaring
Maar wat is nu eigenlijk een voltooid leven? Wanneer ben je klaar met leven en waar wordt dat door bepaald? Wanneer de dagen gevuld zijn met wachten tot de dag voorbij is, of wanneer je geen toegevoegde waarde meer hebt in de samenleving? Dit zegt ook veel over onze maatschappij waarin de rol van de oudere mens een marginale is. Maar er zijn ook samenlevingen waarin de oudere mens juist waarde toebedeeld krijgt en de wijsheid en levenservaring als belangwekkend worden gezien. Zou een discussie als deze in dit soort samenlevingen überhaupt denkbaar zijn? Kortom, deze discussie roept heel veel vragen op en is daarom van belang.

Antwoorden zijn niet zomaar te geven omdat de complexiteit veel verder reikt dan de beleving van het individu

Ik zou het mooi vinden wanneer we stil gaan staan bij hoe wij onze samenleving hebben ingericht. De zorg voor de oudere mens is de laatste jaren ingrijpend veranderd. We moeten langer op onszelf wonen en tegelijkertijd neemt de kwaliteit van de zorg zienderogen af. Dat helpt natuurlijk niet mee in de waarde die je als mens voelt. Er is steeds minder tijd voor persoonlijke aandacht. En dat terwijl de mens zichzelf juist ervaart in het contact met anderen. Eenzaamheid en het ervaren van zinloosheid zijn twee belangrijke pijlers als het gaat om het verliezen van levenskracht. Vragen wij nog wel naar wat oudere mensen belangrijk vinden in hun leven? Of vragen wij wel eens om advies omdat zij levenservaring hebben? Natuurlijk is medische zorg belangrijk en moeten wij ouderen helpen in hun dagelijkse bestaan, maar als we ouderen alleen zien als ‘mensen die wij moeten helpen’ kan ik mij voorstellen dat het leven op een gegeven moment ‘klaar’ is.

Intrinsiek samen zijn
Een mens van waarde is een mens die er toe doet. Het aanspreken van de levenskracht en daar naar luisteren geeft niet alleen de oudere mens zijn waarde terug, maar geeft de mens die nog middenin het leven staat ook de mogelijkheid om te leren van de wijsheid van hen die voorgingen. Dat wat wij beschaving noemen is zeer bedenkelijk. De werkende mens krijgt in vele opzichten voorrang, maar zij die aan de randen van de maatschappij leven of die niet langer hoeven te werken, verliezen hun waarde. Is dat beschaving?

Terug naar de dakloze man die ik heb ontmoet en waar ik van wilde leren. Op een later moment die dag hoorde ik hem samen met twee anderen die in dezelfde situatie zitten, allerlei onderwerpen bediscussiëren op een manier waar ik bijna jaloers op werd. ‘Wat in de mens maakt dat hij verliefd wordt op een ander?’ ‘Dat is intrinsiek aan de mens’, zei de ander. Mensen willen intrinsiek samen zijn. Dat is nog eens echt samen leven en samen delen, ongeacht je positie in de maatschappij.


Gitta Nieuwenburg

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *