Iedereen ervaart periodes van ongeluk en misschien wel depressie in het leven. We kunnen simpelweg niet altijd maar gelukkig zijn, zeker niet als we dat juist voor onszelf zo willen regelen. Hoe kunnen we dan omgaan met gevoelens van ongeluk of depressie in ons leven? Op basis van ervaring met depressie geef ik mijn invalshoek.
Ooit was ik fors depressief. De levensenergie leek continu in een groot zwart vacuüm in mij te verdwijnen. Ik had vertrouwen in leven noch God, en ik dacht dat het nooit meer anders zou worden. De onaangename leegte was het enige wat mij nog te wachten stond tot mijn dood. Ik verzette mij daartegen, ging er de strijd mee aan. Daar zat zeker een vitale wens achter om te blijven leven, om niet de hand aan mijzelf te slaan en mijn leven te beëindigen. Wat ik op dat moment echter miste was vertrouwen. Vertrouwen om ook hierin te kunnen zijn, en ten diepste om zelfs het meest donkere gastvrij te kunnen ontvangen.
Depressie gastvrij ontvangen, hoe is dat mogelijk? Misschien heb je zelf ervaring met depressie, en het lijden daarvan ontken ik niet. De vraag is echter wat de weg terug naar het leven is, naar vitaliteit, naar de ervaring van verbinding met de wereld om je heen. En wat alledaagser: op momenten dat we onszelf kwijt zijn, ons ongelukkig voelen, het niet meer zien zitten: hoe kom ik weer terug bij mijzelf en de natuurlijke staat die daaruit volgt? Daar is geen recept voor, geen procedé. Maar net zoals de weg naar depressieve gevoelens in jezelf zit, ben ik ervan overtuigd dat ook de weg terug in jezelf besloten ligt. De kunst is om daarop te vertrouwen en ermee contact te maken. Ik kan dat niet bewijzen. Ik kan alleen mijn eigen ervaring delen.
Ik heb twee grote golven van depressie in mijn leven ervaren. De eerste was in mijn studententijd. Het leek of de depressie een eigen bestaan had, een eigen wil, en stap voor stap werden vitale functies uitgeschakeld. Allereerst het vermogen om geluk te ervaren, contact met mijzelf te ervaren en met anderen. De verbinding met de wereld om mij heen leek verbroken. Later sneuvelde ook mijn vermogen om te leren, en zelfs bewegen werd moeilijk en zwaar. Ik ben daar doorheen gekomen met discipline: naar de lessen blijven gaan, mijzelf in beweging zetten, contact maken met mensen om mij heen en elke dag fietsen en wandelen. De depressie ging over, al hield ik er een verdoofd gevoel aan over. Het gevoel net niet meer helemaal te kunnen ervaren, dat gevoelens niet echt tot mijn hart konden doordringen, of anders: mijn hart niet tot mij.
De tweede golf kwam later en ontstond in korte tijd. Ik kende de weg naar depressie, en alle paden daarvoor lagen nog klaar in mij. Binnen een paar weken was ik knock out. Ik hing voor apengapen op de bank. Alleen al de gedachte aan bewegen en iets ondernemen was zwaar, peilloos zwaar. En ik wist: hier kan ik niet meer met discipline uit komen, er is iets anders nodig. Op grote vellen papier tekende ik mijn ellende. Op een van die vellen tekende ik mijzelf, en in grote boze letters: ‘Uw wil geschiede.’ Ik kon niet meer.
En juist die tekening heeft me de weg gewezen. Ik gaf me over. Ik had geen idee waaraan. Alle verhalen over geloof en God, alles was stuk, kapotgeslagen. Ik besloot niets meer te doen en af te wachten. Als dat mijn dood zou zijn, dan was dat maar zo. Toen moest ik plassen, het werd steeds erger en pijnlijk. En niet ik bewoog, maar mijn lichaam kwam in beweging en ging naar het toilet. En ik keek alleen maar toe. Daarna kreeg ik dorst en uiteindelijk zag ik hoe ik opstond, naar de kraan liep, mijn hoofd boog en dronk. Zo ben ik opnieuw in beweging gekomen. Niet vanuit discipline, maar ik had nog geen idee van waaruit wel. En de depressie verdween voorgoed.
Nu ben ik jaren verder en tot mijn grote verrassing is de verdoving die ik over had gehouden aan deze depressieve periodes in een plotseling moment verdwenen. De kleuren die ik zie zijn ineens kraakhelder, wat ik ervaar en voel is direct en totaal, er zit niets meer tussen. Wat daartussen zat besef ik nu, was mijn denken. Ik heb het gezien als een ondoordringbare bunker, en ik heb het leven uitgenodigd daarin binnen te gaan. Ik ervaar een frisheid en wakkerheid waarvan ik nu pas besef hoe erg ik die heb gemist. Ik kan wel huilen, en dat doe ik ook.
Zo ben ik tot de conclusie gekomen dat of ik gelukkig ben of ongelukkig van secundair belang is. Of ik er ben, of ik wakker ben of slaap, dat is de grote vraag. Leef ik vanuit gewoonte, vanuit wat me geleerd is, vanuit wat ik denk dat goed of slecht is? Of leef en ben ik eenvoudig, durf ik los te laten, vertrouw ik dat vanzelf op een natuurlijke manier mijn leven zich ontvouwt? En dat dit een goed leven is, in alle aspecten, voor mij als ook voor alles om mij heen. Als dat leven echt levend is, als ik mijzelf herken in dit leven, als de weg die ik bewandel samenvalt met mijzelf, dan volgt geluk vanzelf. Niet het geluk van de tegenstelling geluk-ongeluk, maar een gelukzaligheid die dit overstijgt en die geluk-ongeluk kan omvatten.
Waarom schrijf ik daarnet het donkere gastvrij ontvangen? Omdat dit de meest diepe overgave betekent, zoals ook beschreven in het gedicht De herberg van Rumi. Hoe het leven zich ook aandient, het is leven. En het leven is het meest kostbare dat ons gegeven is. Het is de kunst je daarmee te verbinden door het volledig te omarmen. Door me daarmee te verbinden herstelde ik de verbinding met mezelf, met mijn hart. Toen was ook zinnig contact met de mensen om me heen weer mogelijk. Maak contact met het ongelukkige gevoel, en je maakt contact met jezelf.
Mocht je zelf in een depressieve periode zitten: houd moed. Ik wens je goede mensen op je pad die je bij kunnen staan.
De herberg
Dit menszijn is een soort herberg.
Elke ochtend weer nieuw bezoek.
Een vreugde, een depressie, een benauwdheid,
een flits van inzicht komt
als een onverwachte gast.
Verwelkom ze, ontvang ze allemaal gastvrij
zelfs als er een menigte verdriet binnenstormt
die met geweld je hele huisraad kort en klein slaat.
Behandel dan toch elke gast met eerbied.
Misschien komt hij de boel ontruimen
om plaats te maken voor extase
De donkere gedachte, schaamte, het venijn,
ontmoet ze bij de voordeur met een brede grijns
en vraag ze om erbij te komen zitten.
Wees blij met iedereen die langskomt
de hemel heeft ze stuk voor stuk gestuurd
om jou als raadgever te dienen.
Rumi
Filip Haas (47) werkt als arts in verpleeghuizen en begeleidt in het klooster Huissen samen met zijn zus Marga Haas de driedaagse retraite De dood als bron van levenslust.