Door Pauline Weseman
Hulp is een raar ding. Onvoorspelbaar ook. Daar waar bij je de ene keer een luisterend oor wilt, geen bemoeienissen, snak je de volgende keer naar wat sturing, een advies, iemand die ingrijpt. Vooraf is het lastig aanvoelen wat ons helpt. Vaak ontdekken we dat pas achteraf, aan dat onbehaaglijke, lege gevoel. Hulp vragen en ontvangen is een kunst en een kwestie van uitproberen.
We zijn voor de derde week onderweg in advent, de tijd van verwachten, hopen en verlangen, in tijden waarin dromen wellicht meer nodig zijn dan ooit. We durfden in de eerste week ondanks alle weerstand te dromen, daarna keken we in de ogen welke behoefte daaronder ligt en kregen we onze droom scherper. Deze week erkennen we dat we wel wat hulp kunnen gebruiken in het verwezenlijken van onze droom. Passende hulp vinden is zo makkelijk nog niet.
Naast dat we zelf vaak niet weten wat we nodig hebben – en als we dat al weten dat ook enigszins tactisch en duidelijk kunnen vragen – hebben we te maken met een andere partij die dat maar net moet aanvoelen. Hoe vaak krijgen we niet de hulp die we nodig hebben? Jozef en Maria zullen ook geen stal hebben verwacht om hun kind ter wereld te brengen en het verhaal vertelt niets over hulp na een bevalling, afgezien van kraambezoeken van herders en wijzen. Stonden ze er verder alleen voor? Dan denk ik meteen aan mijn eerste kraamvisite aan vrienden. We waren begin twintig, wisten niets van baby’s en uitgeputte kraamvrouwen. We kwamen binnen met een fles champagne – ongeschikt voor een borstvoedende moeder – en een paar gympen dat het kind pas over anderhalf jaar aan kon. We bleven twee uur hangen.
Terwijl we wijn dronken, sigaren rookten en grote verhalen vertelden, werd de moeder bleker en stiller. Nu schaam ik mij diep. Ik had dat huis uitgezet moeten worden. De ‘hulp’ was vooral vanuit mijzelf bedacht, ik verhulde hiermee mijn verzet tegen deze levensfase. Kijk ons eens gewoon doorleven.
Maar soms is onverwachte hulp het beste wat je kunt overkomen, een kans je leven om te gooien, als je die kans herkent tenminste. Dit verhaal uit de taoïstische tekst Chuang Tzu gaat hierover. Een familie uit Sung had een geheim recept tegen uitgedroogde handen. Ze bleekte zijde en gebruikte die al generaties met veel succes. Op een dag bood een man 100 stukken goud voor het recept. Met dat goud kon de familie in een ochtend meer verdienen dat ze ooit had kunnen sparen. Ze verkocht het recept en hervatte het bleken van zijde. De koper bracht het recept naar de koning die in oorlog was met een ander koninkrijk, hij werd benoemd tot commandant van de vloot. Doordat de commandant een grote hoeveelheid zalf voor de roeiers en matrozen van de vloot produceerde, won de koning de oorlog. De koning beloonde de man met een titel en landgoederen. Met dezelfde zalf veranderde het leven van de een, en wist de ander nooit te ontsnappen aan het harde bestaan van het bleken van zijde.
Wat is voor jou helpend om je droom te bereiken en hoe herken je goede hulp? Zie jij het recept voor de wonderzalf die je al in huis hebt over het hoofd als kans? Deze schrijfoefening helpt je daar zicht op te krijgen.
Oefening – Helpers onderweg
Neem minimaal een kwartier de tijd, langer mag ook. Pak pen en papier en ga zitten op een rustige plek waar je niet gestoord kunt worden. Keer een moment naar binnen, steek misschien een kaarsje aan, lees onderstaande stappen en beantwoord ze op papier.
- Wie of wat helpt jou waardoor het makkelijker gaat om jouw droom te verwezenlijken? Denk zo breed mogelijk, aan personen maar ook aan situaties en omstandigheden, boeken, films, liedjes, stilte, de natuur.
- Beschrijf per hulpbron wat het precies is dat jou zo helpt bij je droom. Stel dat je als hulpbron noemt dat iemand naar je luistert, dan kan de hulp zijn dat je je gehoord voelt en ruimte voelt je verhaal te vertellen.
- Wat valt je op als je deze lijst bekijkt? Wat valt je op aan de hoeveelheid en soort helpers? Wat aan de hulp doet je goed? Wat valt je op in jouw rol bij het vragen en ontvangen van hulp?
- Maak een lijst met wat je nog meer aan hulp kunt gebruiken bij het verwezenlijken van je droom.
- Wie of wat zou je daarbij kunnen helpen? Wat zou je eigen rol daarin kunnen zijn? Welke wonderzalf heb je al in huis, welke kans zie je over het hoofd?
- Lees terug wat je hebt opgeschreven. Wat trekt je aandacht? Waar zou je vandaag al mee kunnen beginnen op weg naar je droom? Denk in kleine, haalbare stapjes.
Door lezen en poëzie kreeg de zachtheid in mij betekenis
Veel lezen en poëzie hielp mij. Daardoor kreeg de zachtheid in mij betekenis. Als ik er iets van ontmoette in poëzie of bij een lezing voelde ik me zo gelukkig. Dan dacht ik: hier wil ik wonen, in psychologische zin. Als student kwam ik in een ander milieu. Ik voelde me Alice in Wonderland. Alles wat ik leerde en las opende weer een andere deur. Andere mensen vonden het opeens interessant wat ik dacht.
Zolang ik studeerde heb ik wel een docent gehad die iets in mij zag wat ik niet in mezelf zag. Bijvoorbeeld een oud-dramadocent. Ze was zo gecentreerd, ik kan het niet anders omschrijven. Dat ze zo op zichzelf kon staan, zo origineel was in haar denken, dat fascineerde mij. Ze zei eens tegen mij: ‘kom jij maar naast mij zitten’. Ik was toen al 26. Hoe ze keek: bemoedigend en warm zonder oordelen. Er gebeurde niet zoveel, ze zei niet dat ik geweldig was of iets dergelijks. Ze voorleefde simpelweg de vrouw die ik in mezelf zag. Er was wederzijdsheid in ons contact. Zoek iemand in je omgeving die een beetje leeft zoals jij wilt leven. Die jou ziet; waar je geen masker op hoeft. Dat kan ook een dier zijn. Als je maar een beginnetje hebt om meer lef te krijgen en jezelf te blijven.
Liesbeth Woertman (69) is hoogleraar psychologie, gepromoveerd op het onderwerp lichaamsbeeld. In Dominicanenklooster Huissen komt ze om zelf te leren maar ze geeft zelf ook meerdaagses.
Op de bodem van de crisis gebeuren dingen die je niet verwacht
Op momenten dat ik het even niet meer weet, helpen juist de dagelijkse dingen. Wandelingen bijvoorbeeld. Ik moet dan het leven vereenvoudigen, dat helpt mij om grond onder mijn voeten te krijgen. Uiteindelijk is dat leven, die alledaagsheid. Juist vanuit het hele kleine kan ik breder kijken. De theoloog Maarten Luther zou na een gigantische innerlijke crisis gezegd hebben: hier sta ik, ik kan niet anders. Dat betekent voor mij dat juist op de bodem van een crisis dingen gebeuren die je niet had verwacht. Er ontstaat licht, maar soms moet je daarvoor eerst op de bodem raken. Ik herken het uit mijn eigen leven. Toen mijn vader overleed was dat een flinke donderslag in mijn leven. Ik moest het weer bij elkaar zien te vinden. Mijn partner is afgelopen jaar ernstig ziek geweest. Daar is een sterkere band uit ontstaan tussen ons. De werkelijkheid breekt op zo’n moment weer open.
Hoe we naar die diepe dalen kijken, daar hangt veel vanaf. Of we crisissen niet proberen te ontvluchten, want dat kunnen we niet. Openheid ontstaat als een bepaalde snaar bij je geraakt wordt, als iets getriggerd wordt. Dat heeft je iets te vertellen, aan te reiken. Het kan een ontmoeting met iemand zijn, maar ook de natuur. Of zoals bij mij: filosofen zoals Kierkegaard.
Welmoed Vlieger (47) is filosoof, spreker en publicist’. In Dominicanenklooster Huissen geeft ze retraites rond de betekenis van filosofische denkers in onze tijd.
Je moet goed je best doen, maar het hangt nooit van jou af
Na de jaren van geloofstwijfel tijdens mijn studie kan ik zeggen: sta ervoor open dat je gevonden wordt. En vergeef jezelf als je ernaast zit. Dat is onderdeel van je reis. Hopeloos worden mag best, als je maar niet hopeloos blijft. Iemand die ik zie als een van mijn leraren, theoloog en dominicaan André Lascaris, zei vijftien jaar geleden tegen mij: ‘Je moet goed je best doen, maar het hangt nooit van jou af’. Ik vind dit een Bijbelse houding en vertaal het naar mijn werk als pastor en coach. Ik hoef het verdriet van de mensen die ik begeleid niet op te lossen of een massabeweging te beginnen. Goed mijn best doen en de rest aan God toevertrouwen.
Ik ben blij dat ik steeds gevoed word uit de bron waar ik uit voortkom en naar terugga. Dat is zo logisch voor mij. De kerk helpt mij om terug te keren naar die bron: samenzijn, stilte, zingen, verhalen uit een andere tijd. Ik voel daar: me laten gezeggen is de kern van geloof. Maria verwoordt dat prachtig als ze hoort van de engel dat ze zwanger is: ‘Mij geschiedde naar Uw woord’. Ik vertaal dat als: ik snap het niet, maar ik doe wel mee.
Arjan Broers(54) is journalist, pastor van de Dominicuskerk Amsterdam, programmamaker, beheerder van dominicanen.nl en coach. Hij is op verschillende manieren betrokken bij Dominicanenklooster Huissen.
De interviews met Liesbeth Woertman, Welmoed Vlieger en Arjan Broers werden opgetekend door Hanneke van Olst (Plan-ty media).
De overdenking en de opdracht werden geschreven door Pauline Weseman, Journalist, (schrijf)docent en religiewetenschapper Pauline Weseman (1972) geeft in het klooster onder meer de schrijfretraite De zoektocht van mijn ziel.
De illustratie is gemaakt door Nina Minnaar (ninamaakt.nl)
Volgende week: Vierde advent – Komen dromen uit?