bezinning, bezieling, beweging

De weg naar binnen

Vele wegen kent het leven, maar van al die wegen
is er één die jij te gaan hebt.
Die éne is voor jou. Die ene slechts.
De keuze is dus niet de weg, want die koos jou.

En of je wilt of niet, die weg heb jij te gaan.
De keuze is de wijze hoe die weg te gaan.

Met onwil om de kuilen en de stenen,
met verzet omdat de zon een weg
die door ravijnen gaat, haast niet bereiken kan.
Of met de wil om aan het einde van die weg
milder te zijn, en wijzer, dan aan het begin.
De weg koos jou, kies jij ook hem? *

Ik voel de angst in mij aanzwellen als het mijn beurt is. Negentien paar ogen kijken me aan. Mijn maag trekt samen, mijn adem wordt oppervlakkiger, in mijn hoofd ruist het. Even blokkeer ik. Alsof ik stok. Maar dan haal ik wat dieper adem, voel de leuning van de stoel in mijn rug en laat mijn schouders wat meer hangen. En terwijl ik vertel over de angst die in me raast, wordt het rustiger in mij. De ogen die ik ontmoet lijken vriendelijker. Of komt dat doordat ik voorbij de angst beter in staat ben om de liefde die in hun blikken glanst aan te nemen?

Het is vrijdagochtend. We zitten in een grote kring. Straks begeleiden mijn collega’s en ik familieopstellingen. Maar eerst openen we met een vraag. Een vraag die alle aanwezigen de tijd geeft om ‘aan te komen’ en contact te maken met zichzelf en met elkaar. Een vraag die de ziel roept. Naast mij twee collega’s. Mirjam begint. Zij heet iedereen welkom en vertelt iets over ons opstellerscollectief. Daarna gaat de beurt naar Vivien en dan mag ik. De vraag die we aan de groep willen stellen gaat over angst. En dan vooral over wat er tevoorschijn komt als de angst er niet zou zijn: wat in jou zou meer ruimte krijgen, meer tevoorschijn komen als angst je niet zou belemmeren?’

Ik heb veel meer angst in me dan ik aan mezelf toe wil geven. Bang dat ik niet genoeg in huis heb, bang dat ik iets vergeten ben, bang dat iemand zich niet welkom voelt, bang dat de ander boos is, bang dat ik te weinig interesse toonde. En zo zou ik nog wel even door kunnen gaan, want de echt grote dingen heb ik nog niet eens genoemd. Je zou kunnen zeggen dat ik vooral angst heb voor de reactie van anderen: dat ze teleurgesteld zijn in mij, dat ik niet goed genoeg ben. Angst die ik probeer te beteugelen met controle. Alles in de gaten houden, controleren en zorgen dat alles piekfijn in orde is. Maar dat niet alleen. Ik trek me ook wat meer in mezelf terug. Ik hou iets meer afstand. Word koeler. En het gevolg daarvan is dat ik de ander niet echt binnenlaat en mezelf afscherm.

Inmiddels heb ik mijn angst beter leren kennen. Ergens diep van binnen zit twijfel over mijn bestaansrecht: mag ik er wel zijn? Alsof ik steeds mijn best moet doen om dat recht te verwerven. Natuurlijk weet ik met mijn hoofd dat het onzin is. Ik ben er! Maar hoewel het helpt om dat te weten, neemt het mijn angst niet weg. Daar heb ik het mee te doen. Ik herken het eerder en kan erover vertellen. Ik kan glimlachen als ik mezelf erop betrap dat mijn controledingetje aan het doen ben. Dat helpt om vervolgens te kunnen voelen waarom ik bang ben. Door me dat te realiseren en vervolgens dieper te ademen, wordt de angst minder. Dan kan ik de controle weer wat loslaten en komt er ruimte. Ruimte om de ander toe te laten, ruimte om mijn hart te geven.

Toegewijd zijn aan je eigen weg. Steeds bereid zijn om de reis naar binnen te maken. Voelen wat blokkeert, wat de onwil voedt, de angst doet oplaaien. Opdat de weg weer vrij begaanbaar wordt. En de liefde kan stromen.


Denise van Geelen werkt als persoonlijk begeleider individueel met (echt) paren, groepen en teams rondom thema’s als contact maken, verbinding en hechting. Daarnaast is ze schrijfster. 

Gedicht: Hans Stolp naar Dag Hammarskjöld, uit: Kijken met de ogen van je hart, Ten Have, 2004 Afbeelding: Leonid Afremov –  FOREST PATH