Waarheid. In mijn studietijd, eind jaren tachtig, was het een besmet woord. Het werd gebruikt door grote instituten die op omvallen stonden: de rooms-katholieke kerk op de eerste plaats, maar ook het communisme, dat propaganda bedreef met de Sovjet-krant Pravda.
Waarheid was manipulatief. Niet te vertrouwen. Alleen het gebruik van het woord zette je al in de hoek van macht, van enige vorm van kolonialisme, van het beter weten dan een ander. Alsof je nog steeds geloofde in objectieve waarheid. Hoe achterlijk was je dan!
Waarheid was vrij, zo was de stemming aan het begin van het ik-tijdperk, en waarheid was helemaal verbonden met je eigen ervaringen en perspectief. Beter was het dan ook te zeggen dat ieder haar of zijn eigen waarheid had. Als het waar is voor jou, dan is het goed. En als je dan, zoals de dominicanen, al bijna acht eeuwen ‘waarheid’ in je devies voerde, dan verzachtte je het woord tot waarachtigheid. Eind jaren tachtig ging het kapittel van de Orde der Predikers in ons land dat woord bij voorkeur gebruiken.
Toch ben ik van het woord waarheid gaan houden, en niet alleen omdat ik wee en mies werd van al die mensen die ieder haar of zijn eigen waarheid gingen gunnen. Alsof alles maar kon en goed was. Alsof nooit iets stevig doorgeakkerd kon worden en we elkaar, goed beschouwd, niet echt iets te zeggen zouden hebben. Alsof we individuele entiteiten zijn, die wezenlijk afgescheiden en alleen door het leven gaan.
“Ik ben van het woord waarheid gaan houden, en niet alleen omdat ik wee en mies werd van al die mensen die ieder haar of zijn eigen waarheid gingen gunnen.”
Ik ben heel blij dat het Dominicanenklooster Huissen een jaarthema maakt van waarheid. Dat heeft verschillende redenen. Op de eerste plaats omdat ik het mooi vind dat het klooster, dat sinds enkele jaren formeel los is van de orde van de dominicanen, haar wortels blijft eren en onderzoeken. Bijvoorbeeld door studie en gebed en soberheid te waarderen, waarden die horen bij deze traditie. En dus door waarheid te agenderen. Want het staat er toch echt, in dat zwart-witte wapen: veritas, waarheid.
Op de tweede plaats omdat een van de grootste geleerden ooit, de dominicaan Thomas van Aquino (1225-1274), behartigenswaardige dingen over waarheid heeft gezegd. Een ervan is me altijd bijgebleven: quidquid recipitur ad modum recipientis. Dat betekent: dat wat wordt ontvangen, wordt ontvangen op de wijze van de ontvanger.
Het lijkt een intellectueel kunstje, deze zin, en dat is het ook, maar er schuilt een diep inzicht in. Eeuwenlang is Thomas verbeeld als degene die de absolute waarheid van de kerk verwoordde, onveranderlijk en massief. Maar hier laat hij zich juist kennen als een beweeglijke denker, die heel goed snapt dat hoe wij de wereld zien veel zegt over hoe wij kijken. Waarheid is niet een losstaand ding, maar heeft met onze blik te maken. En dus doen wij er goed aan om onszelf als ontvangststation te ontwikkelen, opdat we dan meer kunnen zien en ervaren van wat waar is.
Een van mijn stokpaardjes is dat geloof in ons land vaak ten onrechte wordt beschouwd als het ja zeggen tegen een flinke set geloofsopvattingen. Dat is de oude opvatting van waarheid als iets objectiefs, dat los staat van jou. Maar het andere uiterste is dat geloof een individueel zingevingsproject zou zijn, waarin jij alle betekenis kunt of moet geven.
Geloof is allereerst, vind ik, vertrouwen dat er buiten jou iets goeds aan de gang is, en dat we daaraan mee kunnen doen. Geloofsinzichten, verhalen en gebruiken kunnen je daarbij helpen. In dat meedoen ervaar je dat je verandert, je ontwikkelt, een diepere verbinding beleeft met het leven in jou en om je heen. Misschien ga je zelfs zien dat het leven in jou en het leven om je heen hetzelfde leven is, en dat dat een transcendente kwaliteit heeft. Dat het je optilt en verbindt met iets overstijgends, iets wonderlijks, iets dat goed is en waar en mooi. Zelfs dwars door de pijnlijke en onbegrijpelijke kanten van dit bestaan heen.
Het is dus de kunst, denk ik, het quidquid van Thomas indachtig, om jouw kwaliteiten als ontvangststation te ontwikkelen. Dat is een intellectuele, maar vooral ook een spirituele taak. Je kunt je verdiepen in de wereld, kennis vergaren, kritisch denken, jezelf verrijken met nieuwe gezichtspunten. Je kunt leren om meer thuis te zijn in je lichaam, het te bewonen als een huis dat je van alles te vertellen heeft. Je kunt leren om je emoties te ervaren en ernaar te luisteren zonder erdoor overgenomen te worden. Je kunt de diepten van verbeelding exploreren, zien hoe ons leven bol staat van de metaforen. En je kunt groeien in verbondenheid met anderen, zonder erin te verdwijnen. Misschien kun je zelfs groeien in verbondenheid met God.
Jezus zei: ‘De waarheid zal je vrij maken’ (Johannes 8,32). Hij had het daarbij niet over de catechismus van de katholieke kerk of over je persoonlijke levensproject, maar over leven in de diepe verbinding van mens en God, en over de moed om te zien wat er is. In een wereld waarin alles marketing, framing, eigenbelang en reclame lijkt te zijn is dat een dappere daad. Maar wat hebben we het nodig: mensen die zo in waarheid willen leven, zichzelf ontwikkelen om het geheel te kunnen dienen. Ik ben heel blij dat een klooster als dat van Huissen daar ruimte voor maakt.
Arjan Broers verzorgt een workshop tijdens het symposium ‘Is waarheid iets van het hart, van het verstand of van beide?‘.
Dit artikel is geschreven door Arjan Broers en verscheen eerder in de kloosterkrant.
Arjan Broers is auteur, coach en een van de pastores van de Dominicus in Amsterdam. Dit jaar publiceerde hij ‘De beste helft. Kunnen we behalve alsmaar ouder ook wat wijzer worden?’.