bezinning, bezieling, beweging

De bergen roepen en ik moet gaan

“Stap voor stap kom ik steeds dichter bij mijn doel. Het gaat langzaam, elke stap lijkt meer moeite te kosten. De laatste meters naar de top lijken een eeuwigheid te duren.”

Waarom doe ik dit ook alweer? Die vraag stel ik mezelf regelmatig tijdens het beklimmen van een berg. En die vraag wordt me ook vaak door anderen gesteld. Op 30 oktober 2017 overleed de Amerikaan Fred Beckey op 94-jarige leeftijd. Hij was een van de grootste klimmers die we gekend hebben. Op de vraag waarom hij klimt, zei hij: “Ik ben blij dat je het vraagt, want daarmee kan ik één van je problemen oplossen. Klimmen lost namelijk al mijn problemen op”. Ook zei hij: “Ik heb nooit last gehad van eenzaamheid en angst, daarvoor was ik teveel opgeslokt door de omgeving”. Beide uitspraken geven voor mij weer waar het om gaat: contemplatie en één worden met de natuur.

Mindfulness

Het beklimmen van een berg heeft voor mij iets magisch. Ik ben er zo’n tien jaar geleden mee begonnen. In die tijd liep mijn leven niet bepaald op rolletjes. Tijdens het beklimmen van een berg kon ik al mijn zorgen opzijzetten. Uren of soms zelfs dagenlang was er niets anders dan de berg en de focus om bovenop die berg te komen. Tijdens het monotone stampen in de sneeuw deden financiële zorgen en relatieproblemen er even niet toe. In feite is het beklimmen van een berg een erg lange wandelmeditatie of mindfulness-oefening. Als ik net uit het dal vertrokken ben, schieten er nog allerlei gedachten door mijn hoofd, maar al snel verlies ik mezelf volledig in de omgeving. De komende uren is er niets anders dan ik en de berg.

De Amerikaanse auteur, filosoof en bergliefhebber John Muir (1838 – 1914) dacht op een zelfde manier na over de bergen. Muir was jarenlang gids in de Sierra Nevada en sloeg een aanbod om hoogleraar te worden af: de natuur had een te grote aantrekkingskracht op hem. “De bergen roepen en ik moet gaan”, vertelde hij zijn zus. De bergen, meende de Amerikaan, zijn fonteinen van het leven. “Duizenden vermoeide, nerveuze, burgerlijke mensen beginnen te ontdekken dat een tocht naar de bergen thuis komen betekent, dat wildernis nodig is, en dat bergparken en reservaten niet alleen een bron van hout en water zijn, maar een bron voor het leven.”

Onszelf overwinnen

Een berg is voor mij zoveel meer dan een verzameling stenen. Het doet iets met je. Tijdens het beklimmen van een grote berg voel je jezelf klein en nietig. “Het is niet de berg die we overwinnen, maar onszelf”, aldus Sir Edmund Hillary, die in 1953 samen met Sherpa Tenzing Norgay als eerste de Mount Everest beklom. Je kunt niet aan bergbeklimmen doen zonder ontzag voor de grootsheid van de natuur. In dat grote berglandschap doe je er in feite niet toe. Of zoals Fred Beckey zei: “Ik heb slechts een klein beetje aan de oppervlakte van de aarde gekrast”.

De strijd aangaan met de berg is bij voorbaat al een verloren strijd. Wanneer je een berg beklimt, ga je, met vol ontzag voor de kracht van de natuur en de berg, de strijd aan met jezelf. Deze metafoor kun je je hele leven lang gebruiken. Uit het Latijns gezegde ‘Luctor et Emergo’ (Ik worstel en kom boven) blijkt wel dat deze beeldspraak niet nieuw is. Niet het einddoel, maar de strijd met jezelf wordt hierin als belangrijkste factor gezien. Het leven, met al zijn pieken en dalen, is eigenlijk niets anders dan een berg die we moeten beklimmen.

Vertrouwen

Een berg beklimmen doe je meestal niet alleen. Al vanaf het begin klim ik met mijn vaste klimmaatje Sander. Soms wordt de touwgroep even uitgebreid met een derde of vierde klimpartner, maar Sander is de vaste waarde. Ik weet precies wat hij kan, en ook wat zijn zwaktes zijn. En andersom is dat ook het geval. We vertrouwen elkaar door en door. Dat moet ook want ons leven hangt er immers vanaf. Zo probeer ik ook in het leven te staan, vol vertrouwen.

Het blauwe uur

Laten we teruggaan naar de berg, waar de uiteindelijke topbeklimming vaak heel vroeg in de ochtend start, in het donker. De sneeuw is dan nog hard en het geeft voldoende speling om laat in de middag terug te zijn in het dal. In het donker beperkt de wereld zich tot de kokervisie van je hoofdlampje.

Vlak voor de zonsopgang begint de wereld langzaam te veranderen. In het uur voor zonsopgang manifesteert ‘het blauwe uur’ zich. Tijdens deze fase – de zon bevindt zich dan nog onder de horizon – veroorzaakt het indirecte zonlicht een blauwe gloed. De lucht en de omgeving worden voorzien van een blauwe glans; vaak gaat dit gepaard met een lucht in de mooiste kleurencombinaties van geel, oranje, roze en paars.

Overgangsfase

Het begrip ‘het blauwe uur’ staat ook wel symbool voor een overgangsfase in je leven. Het is de periode tussen donker en licht. Wat heb je geleerd in de donkere momenten? Voor welke keuzes stelt dat je? En wat ga je ermee doen nu het weer licht wordt? Een heel bijzonder moment is dan steeds weer het meemaken van de zonsopkomst. Een gouden randje vormt zich eerst rond de oostelijker gelegen bergtoppen. Het licht dient zich aan, het donker is voorbij. Langzaam verwarmt de zon de atmosfeer weer, het leven begint weer te stromen. Je kunt ook thuis, in het bergloze Nederland, een dergelijke ervaring meemaken.

Volgt na de winterperiode niet ook het ‘blauwe uur’, een herboren tijd met nieuwe kansen? De winter is bij uitstek een periode van bezinning: in het donker kan licht ontstaan, dat je de rest van het (nieuwe) jaar met je mee kunt dragen. Je trekt je terug in een warm, vertrouwd huis en denkt na over het licht dat ooit was, in lente, zomer en herfst.

Het verlangen naar die warmte kan energie geven om je eigen berg te kiezen, om deze te beklimmen. In je eigen tempo, met of zonder klimmaatje. Je worstelt en komt boven. Wanneer je een berg beklimt, ga je vol ontzag voor de kracht van de natuur en de berg de strijd met jezelf aan. Deze metafoor kun je je hele leven lang gebruiken. Niet het einddoel, maar de strijd met jezelf is hierin de belangrijkste factor.


Hans van der Vinne, is medewerker van stichting Dominicanenklooster en is in zijn vrije tijd bergbeklimmer. 

Reacties (1):

  1. Rob Veerman

    3 januari 2018 at 11:28

    Mooie overweging, veel dank. Leestip hierbij – maar misschien ken je het boek al: De acht bergen, van Paolo Cognetti. Prachtig!

    Beantwoorden

Laat een antwoord achter aan Rob Veerman Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *