bezinning, bezieling, beweging

Dag mooie man! Brief aan een oud-Dominicaan

Waarde broeder Giordano Bruno!

Een voor mij onbekende schilder heeft jou eens geportretteerd. En de vraag is of jij dat werkelijk bent, of niet. Ik hoop het maar, want zoals je daarop verschijnt, raak je me wel. Jij mooie man, met je temperamentvolle ogen, je diepe blik. Wat heb je ons toch allemaal te zeggen? Wij, die je nauwelijks kennen en die heel de geschiedenis door, sinds jouw dood op de brandstapel in Rome, eigenlijk niet goed weten wat we met je moeten. Maar misschien ligt daarin ook wel de kracht van jouw bestaan.

Van 1988 tot 1993 leefde ik in een Dominicaanse gemeenschap, midden in de stad Utrecht. Het huis en de gemeenschap droegen jouw naam. En niet zomaar. Deze gemeenschap wilde een eigentijdse gemeenschap zijn, op zoek naar nieuwe vormen van Dominicaans leven en samenleven. Vrouwen en mannen, Dominicanen en niet-Dominicanen, katholiek en protestants, homo en hetero – allen maakten zij deel uit van deze gemeenschap. Een gemeenschap ook die midden in de samenleving wilde staan, betrokken bij wat er gebeurde, maar tegelijkertijd ook kritisch. Zeer kritisch zelfs, politiek uitgesproken. In hart en nieren links. En dat gold ook voor haar plaats binnen de Dominicanenorde en de (katholieke) kerk.

Er waren nogal wat contacten met de toenmalige DDR, wat niet iedereen begreep en kon waarderen. Ik weet nog hoe wij als gemeenschap volledig van slag waren toen in Berlijn de muur viel en de DDR verleden tijd werd. Er leefde stellig het visioen dat de DDR ooit een vorm van communisme zou laten zien die model zou kunnen worden voor een nieuwe wereldorde. De geschiedenis heeft ons inmiddels ingehaald.

Jouw naam viel regelmatig in gesprekken, in momenten van bezinning én in hevige discussies. Want dat konden we goed, discussiëren. De ander uitdagen om een mening te vormen en dan je laten uitdagen door anderen te overtuigen van jouw mening. Soms heel vermoeiend en niet altijd even prettig, maar wel heel leerzaam.

Dat onze gemeenschap jouw naam droeg, was een bewuste keuze. Eigenlijk weten vandaag de dag nog maar weinig mensen wie je bent. En ook ik moest destijds het nodige lezen om daarachter te komen. Maar op de een of andere manier heb je me wel geraakt en reis je nog steeds met me mee op de weg die ik nu ga. Ik had je best van dichtbij willen leren kennen. Je hebt nogal wat meegemaakt.

Ooit maakte je de keuze om in te treden bij de Dominicanen. Die kende je al vanuit je jeugd, want je bezocht al vroeg de kloosterschool. Dat je later intrad, zat er wel in. Maar eenmaal binnen de orde kreeg je het niet makkelijk. Je ontplooide je als wetenschapper, met name de natuurwetenschap en je had grote interesse voor het heelal, de kosmos, het ontstaan van de aarde, de stand van de sterren. Met die tak van sport ben ik geheel niet bekend, maar dat wil niet zeggen dat ik mij hierover niet verwonderen kan. Onlangs werd er een foto genomen van het ‘zwarte gat’. Ik ben zo benieuwd wat die ontdekking met je zou doen. Hoe zou jouw reactie hierop zijn? Het leven binnen de Dominicanenorde en binnen de kerk van toen viel je niet makkelijk.

Je had een grote behoefte om vrij te zijn in je denken. Dat een mens vrij en zelfstandig kan en mag denken, heb je altijd als een kostbare schat beschouwd en je daar ook naar gedragen. Maar dat heeft je uiteindelijk wel je leven gekost.

We kunnen ons dat niet meer voorstellen: dat je vanwege je denken, je persoonlijk geloof voor ketter wordt uitgemaakt en dan op de brandstapel terecht komt. Hoewel? Je moest eens weten hoe graag we ook in onze tijd nog mensen verketteren en omwille van hun geloof en hun persoonlijk denken buiten de boot zetten. En dan heb ik het nog niet over de duizenden doden die omwille hiervan gedood zijn. Wat dat betreft, mijn waarde broeder, is er niets veranderd. Brandstapels bestaan nauwelijks nog, maar het vuur waarmee mensen elkaar verbranden nog steeds. Ik moet dan altijd denken aan de uitspraak van een beroemde Duitse schrijver, die bij de afschuwelijke boekverbranding in 1933 al opmerkte: ‘Waar men boeken verbrand, verbrandt men spoedig mensen.’

Ik heb bewondering hoe jij je staande hebt gehouden al die jaren in je leven. Het moet niet makkelijk zijn geweest. Eerst moest je de orde van de Dominicanen verlaten. Of was het een vrije keuze? Daarna werd je, omwille van je ideeën, uitgekotst door de katholieke kerk. En dan ging het niet alleen om jouw denkbeelden over het heelal en de kosmos, ze hadden moeite met jouw Godsbeeld en jouw kijk op Jezus. Je dacht dat je veilig was bij de calvinisten en later de lutheranen, maar ook daar ving je bot. De ene excommunicatie na de andere volgde. Als ik je geschiedenis lees, was je voortdurend op de vlucht, opgejaagd en dat allemaal als prijs voor jouw vrije denken.

Ik ben zo benieuwd naar je. Nieuwsgierig eigenlijk. Wat waren de boeken die jij las? Hield je van lekker eten? Waar kon je van genieten? Speelde muziek een rol in je leven? Maar bovenal: waar haalde jij je inspiratie vandaan? Welke mensen waren voor jou belangrijk? Ik zou zomaar een wandeling met je willen maken. Door Rome. Ik weet zeker dat je me uren kon vertellen over die stad waar je vele, vooral pijnlijke herinneringen hebt liggen.

Een standbeeld op de Campo del Fiori herinnert nog aan jou. Verder zijn er wat boeken die jouw levensverhaal vertellen. De een wat meer wetenschappelijk, de ander wat spiritueler. Want dat is het nadeel van de geschiedenis. Niet zelden ben je ‘geclaimd’ door groepen en bewegingen. Vrijdenkers, spiritualisten, humanisten en zelfs de antroposofie en de ‘new-age’ gaat met je aan de haal. Ze mogen hoor, maar het liefst zie ik je volledig vrij. Zoals jij zelf wilde zijn. Niet in een hokje te stoppen, niet aan de hand meelopen van, maar volledig vrij. In je denken, in je zijn. Dat was een vurig verlangen, dat helaas met vuur werd bestreden.

Dag, mooie man! Theo Menting


Theo Menting.

Een radio miniatuur over Giordano Bruno op Dominicaans Nederland

Foto: Betty van Engelen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *